Stel hier de gasketel GBM 10-15 in. Selecteer bijvoor-
beeld wanneer de gasketel moet starten. Raadpleeg de
installatie-instructies voor het accessoire voor een be-
schrijving van de werking.
Menu 5.3.16 - vochtigheidssensor
voork. condensatie, syst.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
RH beperk. in ruimte, syst.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
Hier selecteert u of uw system(en) het niveau van de re-
latieve vochtigheid (RV) tijdens verwarmen of koelen
moet(en) beperken.
U kunt ook de min. aanvoer van koeling beperken om
condensatie op leidingen en onderdelen in het koelsys-
teem te voorkomen.
Raadpleeg de installatie-instructies voor HTS 40 een be-
schrijving van de werking.
Menu 5.3.22 - fotovolt. regeling
beïnvloedt kamertemp.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
beïnvloedt warm water
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
Hier stelt u in of u wilt dat EME 10 invloed op de kamer-
temperatuur en / of het warmtapwater heeft.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
Menu 5.4 - in-/uitgangen software
Hier kunt u selecteren op welke in-/uitgang op de
klemmenstrook (X6) de externe contactfunctie (zie instal-
latiehandleiding) moet worden aangesloten.
Hier kunt u selecteren op welke in-/uitgang op de in-
gangskaart (AA3) de externe contactfunctie (pagina 23)
moet worden aangesloten.
Te selecteren ingangen op klemmenstrook AUX1-5 (AA3-
X6:9-18) en uitgang AA3-X7 (op de ingangsprintplaat).
Menu 5.5 - service fabriekinstelling
Alle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusief
instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker) naar
standaardwaarden.
Voorzichtig!
Bij het resetten wordt bij de volgende start van
de warmtepomp de startgids weergegeven.
48
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
Menu 5.6 - geforceerde regeling
U kunt hier de verschillende componenten in de warm-
tepomp en eventueel aangesloten accessoires regelen.
Voorzichtig!
Geforceerde besturing is alleen bedoeld voor
het oplossen van problemen. Elk ander gebruik
van de functie kan schade veroorzaken aan de
onderdelen van uw klimaatsysteem.
Menu 5.7 - startgids
Wanneer de warmtepomp voor de eerste keer wordt
gestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kunt
u deze handmatig starten.
Zie pagina 30 voor meer informatie over de startgids.
Menu 5.8 - snelstart
Van hieruit is het mogelijk om de compressor te starten.
LET OP!
Er moet een warmtevraag of een warmtapwa-
tervraag zijn om de compressor te starten.
LET OP!
U kunt de compressor beter niet te vaak snelstar-
ten gedurende een kort periode, want hierdoor
kunnen de compressor en zijn nevenapparatuur
beschadigen.
Menu 5.9 - vloerdroogfunctie
duur periode 1 – 7
Instelbereik: 0 – 30 dagen
Fabrieksinstelling, periode 1 – 3, 5 – 7: 2 dagen
Fabrieksinstelling, periode 4: 3 dagen
temp. periode 1 – 7
Instelbereik: 15 – 70 °C
Standaardwaarde:
temp. periode 1
temp. periode 2
temp. periode 3
temp. periode 4
temp. periode 5
temp. periode 6
temp. periode 7
Stel hier de functie drogen ondervloer in.
U kunt maximaal zeven tijdsperioden instellen met ver-
schillende, berekende aanvoertemperaturen. Als er
minder dan zeven perioden worden gebruikt, moeten
de resterende tijdsperioden worden ingesteld op 0 da-
gen.
20 °C
30 °C
40 °C
45 °C
40 °C
30 °C
20 °C
NIBE F1255PC