Warmteterugwinning ventilatie
De installatie kan worden aangevuld met de afvoerlucht-
module FLM om warmteterugwinning uit de ventilatie-
lucht mogelijk te maken.
Om condensatie te voorkomen, moeten de kanalen
■
en leidingen en andere koude oppervakken geïsoleerd
worden met dampdicht isolatiemateriaal.
Het bronsysteem moet worden voorzien van een ex-
■
pansievat (CM3). Het niveaureservoir (CM2) kan niet
worden toegepast.
P
Vloerverwarmingssystemen
De externe circulatiepomp wordt afgesteld op de vraag
van het vloerverwarmingssysteem.
Om tijdens de warmtapwaterproductie de toevoer van
verwarming te garanderen, kan het verwarmingssysteem
worden aangevuld met een NIBE UKV-vat, bijv. als er een
waterspiraal in de FTX-ventilatie zit.
NIBE F1255PC
Afgevoerde lucht Afvoerlucht
Avluft
Frånluft
Ø 160
Ø 160
FLM
UKV
UKV
P
Twee of meer afgiftesystemen
Indien er meer dan één afgiftesysteem met een lage
temperatuur moet worden verwarmd, kan de volgende
aansluiting worden gebruikt. De shuntklep verlaagt de
temperatuur naar bijvoorbeeld het vloerverwarmingssys-
teem.
De ECS 40/ECS 41-accessoire is voor deze aansluiting
benodigd.
Zwembad
Het opwarmen van het zwembad wordt geregeld door
de zwembadsensor. In het geval van lage zwembadtem-
peraturen, verandert de wisselklep van richting en opent
richting de warmtewisselaar van het zwembad. Het POOL
40-accessoire is voor deze aansluiting benodigd.
Hoofdstuk 4 |
Pool
Aansluiting van de leidingen
17