Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Menu 5.1 - Bedrijfsinstellingen; Menu 5.1.1 - Warmwaterinstellingen; Menu 5.1.4 - Alarmhandelingen - Nibe F1255PC Handleiding Voor Installateur

Verberg thumbnails Zie ook voor F1255PC:
Inhoudsopgave

Advertenties

Voorzichtig!
Onjuiste instellingen in de servicemenu's kunnen
schade aan de warmtepomp veroorzaken.

Menu 5.1 - bedrijfsinstellingen

Bedrijfsinstellingen voor de warmtepomp kunnen in de
submenu's worden doorgevoerd.

Menu 5.1.1 - warmwaterinstellingen

starttemp. economie/normaal/luxe
Instelbereik: 5 – 70 °C
Fabrieksinstelling (°C):
Email
Roestvrij
stoptemp. economie/normaal/luxe
Instelbereik: 5 – 70 °C
Fabrieksinstelling (°C):
Email
Roestvrij
stoptemp. per. verhoging
Instelbereik: 55 – 70 °C
Fabrieksinstelling: 55 °C
hoog vermogen
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
Hier stelt u naast de start- en stoptemperatuur van het
warmtapwater voor de verschillende comfortopties in
menu 2.2 ook de stoptemperatuur voor periodieke ver-
hogingen in menu 2.9.1.
Voor een hoger laadvermogen klikt u op hoog vermogen.
Als "hoog vermogen" is geactiveerd, wordt het warmtap-
water met meer vermogen verwarmd dan in de stan-
daardstand en is er dus meer warmtapwater beschikbaar.
Menu 5.1.2 - max. aanvoertemp.
afgiftesysteem
Instelbereik: 5-70 °C
Standaardwaarde: 60 °C
Stel hier de maximale aanvoertemperatuur in voor het
afgiftesysteem. Indien de installatie meerdere klimaat-
systemen heeft, kunnen er afzonderlijke maximale aan-
voertemperaturen worden ingesteld voor ieder systeem.
NIBE F1255PC
zuinig
normaal
luxe
40
44
47
40
44
47
zuinig
normaal
luxe
44
48
51
44
48
51
Afgiftesystemen 2-8 kunnen niet worden ingesteld op
een hogere max. aanvoertemperatuur dan klimaatsys-
teem 1.
LET OP!
Vloerverwarmingssystemen worden normaal
gesproken
max. aanvoertemp.
35 en 45 °C.
Controleer de max. vloertemperatuur bij de le-
verancier van uw vloer.
Menu 5.1.3 - max. versch. aanvoertemp.
max. versch. compressor
Instelbereik: 1 – 25 °C
Standaardwaarde: 10 °C
max. versch. bijverwarming
Instelbereik: 1 – 24 °C
Standaardwaarde: 3 °C
Hier stelt u het maximale toegestane verschil in tussen
de berekende en de huidige aanvoertemperatuur tijdens
de compressor- of de bijverwarmingsmodus. Max. versch.
bijverwarming kan nooit hoger zijn dan max. versch.
compressor
max. versch. compressor
Als de huidige aanvoertemperatuur afwijkt van de inge-
stelde waarde ten opzichte van de berekende aanvoer-
temperatuur, wordt de warmtepomp gedwongen om
te stoppen, ongeacht het aantal graadminuten.
Als de huidige aanvoertemperatuur tot boven de bere-
kende doorstroming met instelwaarde stijgt, wordt de
waarde van graadminuten ingesteld op 0. De compressor
in de warmtepomp stopt als er alleen warmtevraag is
voor cv.
max. versch. bijverwarming
Als "addition" wordt geselecteerd en geactiveerd in
menu 4.2 en de huidige aanvoertemp. de berekende
temperatuur overtreft met de ingestelde waarde, wordt
de bijverwarming gedwongen om te stoppen.

Menu 5.1.4 - alarmhandelingen

Selecteer hier hoe u wilt dat de warmtepomp u waar-
schuwt dat er een alarm in het display wordt weergege-
ven.
De verschillende alternatieven zijn dat de warmtepomp
stopt met het produceren van warmtapwater (standaard-
instelling) en/of de kamertemperatuur verlaagt.
LET OP!
Als er geen alarmhandeling is geselecteerd, kan
dit leiden tot een hoger energieverbruik bij een
alarm.
ingesteld tussen
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

F1155

Inhoudsopgave