Inhoudsopgave
Advertenties
6 | Machine voorbereiden
Machine voorbereiden voor het gebruik
12. Aanaardwerktuig tot de gewenste positie naar
boven of beneden schuiven.
13. Moer vastdraaien.
14. Op dezelfde manier alle aanaardwerktuigen
activeren en op de werkdiepte instellen.
6.4.11.4.2 Aanaardwerktuigen deactiveren
Als de aanaardwerktuigen bij het schoffelen
niet moeten worden ingezet, moeten de
aanaardwerktuigen uit de actieve stand in de
passieve stand worden ingesteld.
1. Machine met de driepuntslift op het veld
neerlaten.
2. Moer 1 zover losdraaien dat het
aanaardwerktuig 2 via de arm van het Rapido-
Clip ganzenvoetmes kan worden verschoven.
3. Aanaardwerktuig geheel naar boven schuiven.
4. Moer verder opendraaien, tot het
aanaardwerktuig zo ver naar boven kan worden
getrokken dat de spanpennen 3 en 4 niet
meer tegen de voorkant van het aanaardwerktuig
aanliggen.
5. Aanaardwerktuig naar buiten trekken en met 90
graden naar voren draaien.
6. Aanaardwerktuig naar binnen schuiven, tot
de boring in het aanaardwerktuig de
spanpen 3 volledig heeft opgenomen en
het aanaardwerktuig tegen de arm van het
RapidoClip-ganzenvoetmes aanligt.
7. Moer vastdraaien.
8. Op dezelfde manier alle aanaardwerktuigen
deactiveren.
6.4.11.5 Aanaardploeg instellen
De intensiteit van het aanaarden van de
aanaardploeg kan via de werkdiepte van de
aanaardploeg en via de ingreephoek van de
strijkplaten worden ingesteld. Voor de instelling geldt:
118
2
1
MG6960-NL-II | D.1 | 18.01.2024 | © SCHMOTZER
CMS-T-00013994-B.1
4
3
CMS-I-00008738
CMS-T-00007018-B.1
Advertenties
Inhoudsopgave
