7 | Machine gebruiken
Machine inzetten
7.4 Machine inzetten
1. Machine op het veld laten zakken.
2. Machine parallel aan de bodem uitlijnen.
3. Markeurs uitklappen.
4. Hydraulica van de 3-puntslift op de zweefstand
zetten.
Bij machines met cardanasaandrijving:
5.
Tractoraftakas inschakelen. De tractoraftakas
alleen in stationair bedrijf of bij laag
tractormotortoerental langzaam inkoppelen.
6. Met de tractor wegrijden.
OPMERKING
Om afwijkingen in de langsverdeling te
verhinderen, moet sterk afremmen en accelereren
worden vermeden.
Het toerental van de zaaischijven past zich direct
aan op de normale snelheidsverandering.
Na de eerste 30 m de zaaidiepte controleren:
7.
zie pagina 109
of
Met de multi-afgiftetester:
zie pagina 111
Na de eerste 30 m de korrelafstand controleren:
8.
zie pagina 109
of
Met de multi-afgiftetester:
zie pagina 111
7.5 Onderhoudswerkzaamheden tijdens het gebruik uitvoeren
Bij gebruik met veel organische resten op het veld
moet de turbine-aanzuigopening regelmatig worden
gereinigd.
Om het aanzuigbeschermrooster te reinigen:
zie pagina 145
108
MG7580-NL-II | B.1 | 28.10.2023 | © AMAZONE
CMS-T-00001921-C.1
CMS-T-00013986-A.1