4.11.3. "STO" werking
De frequentieregelaar kan gestart worden wanneer het signaal op de "STO" ingangen hoog is. De "STO" functie is dan niet actief
(stand-by).
Wanneer het signaal op de "STO" ingangen laag wordt zal de "STO" functie actief worden en zal frequentieregelaar direct stoppen
met uitsturen. Als gevolg hiervan zal de motor vrij uitlopen.
4.11.4. "STO" Status en monitoring
De status van de "STO" ingangen kan op verschillende manieren bekeken/weergegeven worden:
Via het display van de frequentieregelaar
Wanneer de voedingsspanning op de regelaar aanwezig is, er geen fouten zijn en het signaal op de "STO" ingangen laag is, zal
het display de melding "InHibit".
OPM Bij een fout zal er geen "InHibit" in het display staan maar de desbetreffende fout.
Via het uitgangsrelais van de frequentieregelaar
Uitgangsrelais 1: Stel parameter P2-15 in op "13". De uitgang word hoog wanneer de "STO" functie actief is.
Uitgangsrelais 2: Stel parameter P2-18 in op "13". De uitgang word hoog wanneer de "STO" functie actief is.
"STO" foutmeldingen
Foutmelding
"Sto-F"
4.11.5. Reactietijd "STO" ingangen
De totale reactietijd van het veiligheidscircuit is een optelling van de reactietijden van alle componenten in dit veiligheidscircuit. (Stop
categorie 0 volgens richtlijn IEC 60204-1).
D e reactietijd vanaf het moment dat de "STO" ingangen laag worden tot het moment dat de uitgang stopt met uitsturen en de
motor geen koppel meer kan leveren is minder dan 1 ms.
D e reactietijd vanaf het moment dat de "STO" ingangen laag worden tot het moment dat de monitoring status van de regelaar
veranderd is minder dan 20 ms.
D e reactietijd vanaf het moment dat de "STO" ingangen defect raken tot het moment dat het defect gedetecteerd wordt is minder
dan 20 ms.
4.11.6. Bedrading "STO" ingangen
De bedrading van de "STO" ingangen moet beschermd worden tegen beschadigingen van buitenaf waardoor er een
kortsluiting kan optreden. De kortsluiting kan leiden tot het falen van de "STO" functie. De afbeeldingen op de volgende
bladzijde laten zien wat voor extra maatregelen er genomen kunnen worden.
4
Naast de aanbevolen "STO" bedrading (zie volgende bladzijde) moeten ook de richtlijnen voor de EMC montage worden
aangehouden. Zie hoofdstuk 4.3. Installatie volgens EMC richtlijnen.
In het volgende hoofdstuk is te zien hoe de "STO" ingangen bedraad moeten worden. Voor de voeding van de "STO" ingangen kan
zowel voor de interne 24V voeding als voor een externe 24V voeding gekozen worden.
30 | Optidrive Eco gebruikershandleiding | Versie 3.11
Foutnummer
Er is een interne fout in één van de 2 "STO"
29
Omschrijving
ingangen gedetecteerd
Oplossing
Neem contact op met de
lokale Invertek leverancier
www.invertekdrives.com