3.9. Montagerichtlijnen IP55 frequentieregelaars
D e omgeving moet voldoen aan de omgevingseisen zoals die zijn beschreven in hoofdstuk 1 1. 1 . Omgevingseisen op pagina 62.
D e Optidrive moet verticaal gemonteerd worden op een vlakke ondergrond.
H oud rekening met voldoende ruimte rondom de regelaar zoals beschreven staat in de onderstaande tabel.
D e montageplek en de bevestigingsmaterialen moeten zodanig worden gekozen dat ze het gewicht van de Optidrive kunnen
dragen.
D e IP55 frequentieregelaars worden normaal gesproken buiten de schakelkast gemonteerd. Indien gewenst is het natuurlijk ook
mogelijk de IP55 frequentieregelaars in de schakelkast te monteren.
G ebruik de frequentieregelaar als mal om de gaten voor montage op de juiste plaats af te tekenen.
Gebruik de juiste wartels om aan de IP55 beschermingsklasse te voldoen. De wartels moeten afgestemd zijn op de gebruikte
kabels. De regelaar is voorzien van een afneembare wartelplaat waar nog geen gaten in zijn geboord. Demonteer de
wartelplaat alvorens de gaten worden geboord.
Bouwgrootte
4
5
6
7
OPMERKING
Bij nominaal gebruik hebben de Optidrive Eco frequentieregelaars een verlies van 3%.
Bovenstaande gegevens zijn richtlijnen. Zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur in de kast nooit boven de maximal toelaatbare
temperatuur komt.
www.invertekdrives.com
X – Onder & boven
mm
in
200
7.87
200
7.87
200
7.87
200
7.87
Y – Zijkant
mm
10
10
10
10
Versie 3.11 | Optidrive Eco gebruikershandleiding | 15
3
in
0.39
0.39
0.39
0.39