Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Relaisuitgangen; Noodstopfunctie (Safe Torque Off); Wat Biedt De "Sto" Functie - Invertek Drives OPTIDRIVE ECO Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor OPTIDRIVE ECO:
Inhoudsopgave

Advertenties

4.10.5. Relaisuitgangen

Er zijn 2 relaisuitgangen beschikbaar. Deze mogen mogen maximaal belast worden met 5A bij 230V AC en 6A bij 30V DC.
Uitgangsrelais 1 heeft zowel N.O. als N.C. contacten. Uitgangsrelais 2 heeft alleen een N.O. contact.
De functionaliteit van de uitgangsrelais wordt bepaalt door parameters P2-15 en P2-18. Zie hoofdstuk 8. 1 . Parameter P1-13 :
configuratie digitale ingangen op pagina 41.

4.11. Noodstopfunctie (Safe Torque OFF)

De noodstopfunctie zal gedurende dit hoofdstuk als STO (Safe Torque OFF) functie worden genoemd.
4.11.1. Verantwoordelijkheden
De algehele installatieontwerper is verantwoordelijk voor het bepalen van het juiste veiligheidssysteem van de totale aandrijving/
installatie. De frequentieregelaar maakt slechts deel uit van dit veiligheidssysteem. De installatieontwerper moet van te voren een
risicoanalyse uitvoeren om ervoor te zorgen dat de totale aandrijving/installatie aan alle veiligheidseisen voldoet. Tijdens de
inbedrijfname moet het veiligheidssysteem, inclusief de "STO functie" van de frequentieregelaar, uitgebreid getest worden.
De installatieontwerper moet d.m.v. de risicoanalyse alle mogelijke gevaren en risico's in kaart brengen. De uitkomst van de
risicoanalyse bepaalt het risiconiveau en bepaalt dus welke maatregelen er genomen moeten worden om de veiligheid van de
installatie te garanderen. De "STO" functie moet geëvalueerd worden om er zeker van te zijn of dat met deze ingangen alleen het
juiste veiligheidsniveau wordt bereikt.

4.11.2. Wat biedt de "STO" functie?

Het doel van de "STO" functie is om, wanneer de "STO" ingangen (klem 12 en klem 13) niet hoog zijn, ervoor te zorgen dat de
motor geen koppel kan creëren. Deze ingangen maken het mogelijk om de frequentieregelaar op te nemen in een veiligheidscircuit
waarbij de "STO" functionaliteit noodzakelijk is.
De "STO" functie elimineert de noodzaak voor een elektromechanische relais met teruggekoppelde hulpcontacten die normaal
gesproken gebruikt worden in een veiligheidscircuit.
Alle Eco frequentieregelaars zijn standaard voorzien van de "STO" functie zoals deze is gedefinieerd in de richtlijn IEC 61800-5-
2:2007.
De "STO" functie voldoet ook aan de richtlijnen voor het ongecontroleerd stoppen zoals deze vastgelegd is in de richtlijn IEC 60204-
1 (stop categorie 0). Ongecontroleerd stoppen houdt in dat, wanneer de "STO" functie wordt geactiveerd, de motor vrij uitloopt.
Tijdens de risicoanalyse moet worden bekeken of het vrij uitlopen van de aandrijving voldoende is om de veiligheid te garanderen.
De "STO" functie is "fail safe" uitgevoerd. Wanneer de "STO" functie actief is en er treed een enkele fout op binnen de regelaar dan
is de veiligheid nog steeds gewaarborgd zoals beschreven is in onderstaande richtlijnen:
(Safety Integrity
EN 61800-5-2
(Performance Level)
EN ISO 13849-1
EN 62061
OPM De bovenstaande waarden worden niet gehaald wanneer de frequentieregelaar gebruikt wordt buiten de specificaties, zie
hoofdstuk 1 1. 1 . Omgevingseisen.
De "STO" functie zorgt niet voor een elektrische scheiding. Er kunnen nog steeds spanningspieken op de uitgangsklemmen
optreden. Maakt de frequentieregelaar spanningsloos (isoleren) voordat er werkzaamheden worden uitgevoerd aan de
frequentieregelaar of aan de motor.
OPM De "STO" functie voorkomt niet dat de frequentieregelaar onverwacht nogmaals kan worden gestart. Zodra
1
de "STO" ingangen weer hoog gemaakt worden en de frequentieregelaar een startcommando krijgt gaat de
frequentieregelaar weer uitsturen. Een externe noodstopmodule met reset functionaliteit is hiervoor noodzakelijk.
OPM Bij sommige aandrijvingen/installaties kan het noodzakelijk zijn extra veiligheidscomponenten te gebruiken om
2
aan de veiligheidseisen te voldoen. Wanneer de motor gecontroleerd moet stoppen is een externe veiligheidsmodule met
vertraagd afvallende contacten of een mechanische veiligheidsrem noodzakelijk.
Bij een PM motor is het mogelijk dat de motor-as 180°/P (P = aantal motorpoolparen) verdraait wanneer de "STO"
functie geactiveerd wordt.
www.invertekdrives.com
1
2
SIL
(Probability of dangerous
Level)
Failures per Hour)
2
1.23E-09 1/h (0. 1 2 % of SIL 2)
PL
(Common Cause Failure)
PL d
SILCL
SILCL 2
PFHD
(Safe failure
fraction %)
CCF (%)
1
Versie 3.11 | Optidrive Eco gebruikershandleiding | 29
SFF
Aangenomen
levensduur
50
20 jaar
MTTFd
Categorie
4525a
3
4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Eco optidrive

Inhoudsopgave