3
Gebruik en onderhoud van de inktpatronen
Inktpatronen bewaren
Ga als volgt te werk om steeds de beste afdrukkwaliteit van uw inktpatronen te
verkrijgen:
•
Bewaar alle inktpatronen in hun afgesloten verpakking bij kamertemperatuur
(15,6-26,6˚ C), totdat u ze gebruikt.
•
Laat de inktpatronen na installatie altijd in hun houder, zodat ze niet uitdrogen
of verstopt raken.
•
Gebruik een luchtdichte doos van kunststof als u een niet-afgesloten
inktpatroon wilt bewaren.
•
Haal het netsnoer
afdrukken en de inktpatronen naar hun startpositie aan de rechterzijde van de
printer zijn geschoven. De inktpatronen drogen uit als ze niet in hun startpositie
worden bewaard.
Gebruik uitsluitend de Aan/uit-knop aan de voorzijde van de printer om de
printer aan en uit te zetten. Het gebruik van een stekkerdoos,
stroomstootbeveiliging of muurschakelaar om de printer aan en uit te
zetten kan voortijdige storing veroorzaken.
NIET
uit het stopcontact totdat de printer klaar is met
28