Afdrukken
Voordat u gaat afdrukken
• Is de printer aangesloten op een computer? (pagina 14)
• Is het printerstuurprogramma geïnstalleerd? (pagina 14)
• Is de medialade correct geladen? (pagina 16)
1 aan/stand-by-
schakelaar
Papieruitvoer
Stopper
1
Druk op de knop 1 aan/stand-by om de printer aan te
zetten.
Het lampje 1 aan/stand-by gaat branden en de printer
initialiseert.
De lampjes PRINT, ALARM, RIBBON/PAPER en
TRAY LOCK branden tegelijkertijd tijdens het
initialiseren van de printer en gaan uit wanneer de
initialisatie voltooid is.
2
Zet de computer aan.
3
Start een afdruk op de computer.
Het lampje PRINT flikkert terwijl er
afbeeldingsgegevens worden ontvangen, en gaat dan
continu branden terwijl er wordt afgedrukt.
Opmerkingen
• Plaats geen objecten op de papierdeksel die het
afdrukken kunnen hinderen. Anders kunnen
beschadigingen optreden.
• Tijdens het printen kan er papier uit de uitvoersleuf
komen. Raak dit echter niet aan totdat het afdrukken
voltooid is. Anders kunt u storingen veroorzaken.
• Laat niet meer dan 10 afdrukken op de papieruitvoer
liggen. Als u te veel afdrukken op de papieruitvoer
laat liggen, kan het papier vastlopen.
• Druk niet op de knop 1 aan/stand-by terwijl er
wordt afgedrukt. Anders kan het papier vastlopen of
kan het inktlint breken.
20
Afdrukken
Uitvoersleuf
STOP-knop
• Open de medialade niet tijdens het afdrukken.
Als u de medialade opent, stopt het afdrukken en
gaan de lampjes PRINT, ALARM, RIBBON/
PAPER en TRAY LOCK allemaal tegelijkertijd
branden. In dat geval zet u de printer in wachtstand
door eenmaal op de knop 1 aan/stand-by te
drukken. Vervolgens drukt u nogmaals op dezelfde
knop om de printer weer aan te zetten. Controleer of
er geen papier is vastgelopen en of het inktlint niet
gebroken is. Als het afdrukken al bezig was, knipt u
bovendien het gebruikte deel van de papierrol af
met een schaar o.i.d. voordat u de printer opnieuw
gebruikt.
Opmerkingen
Afdrukken opslaan
• Sla afdrukken niet op op locaties die blootgesteld
worden aan hoge temperaturen, hoge
vochtigheidsgraden, stof of rechtstreeks zonlicht. Dit
kan leiden tot vervagen van de afdrukken.
• Plak geen plakband op een afdruk. Laat afdrukken ook
niet in contact komen met materialen die plasticiden
bevatten, zoals gummetjes of bureauonderleggers.
• Laat geen vluchtige oplosmiddelen zoals alcohol in
contact komen met de afdrukken.
Continu afdrukken onderbreken
Druk op de knop STOP. De huidige afdruk wordt voltooid,
en de printer is weer gereed voor gebruik zodra de afdruk
is uitgevoerd.
Wanneer afdrukken is uitgeschakeld
De printer werkt niet als een van de lampjes ALARM,
RIBBON/PAPER of TRAY LOCK brandt. Voor nadere
informatie raadpleegt u "Uitleg van de lampjes" op pagina
28.
Als het inktlint opraakt tijdens continu afdrukken
De printer voltooid de afdrukopdracht. Zodra een nieuw
inktlint is geplaatst, gaat het afdrukken automatisch verder
en worden de resterende afbeeldingen afgedrukt.
De stopper gebruiken
Wilt u voorkomen dat uitgevoerde afdrukken van de
papieruitvoer vallen, steek dan uw vinger in de inkeping op
de rand van de stopper en klap de stopper omhoog in de
richting aangegeven door de pijl in onderstaande
afbeelding.