U kunt aangeven wanneer u een bestand uit de wachtrij wilt afdrukken. Druk achtereenvolgens op
Configuratie > Taakbeheeropties > Wanneer beginnen met afdrukken.
Er zijn drie opties:
Als u Na verwerking selecteert, wacht de printer met afdrukken tot de hele pagina is verwerkt. Dit is de
●
traagste instelling, maar zorgt voor de beste afdrukkwaliteit bij grote of complexe afdrukken.
Als u Onmiddellijk selecteert, drukt de printer de pagina af terwijl deze wordt verwerkt. Deze instelling biedt
●
de hoogste snelheid, maar mogelijk stopt de printer na een halve pagina om gegevens te verwerken. Deze
instelling wordt niet aanbevolen voor complexe afbeeldingen met dichte kleuren.
Als u Optimaal selecteert (dit is de standaardinstelling), berekent de printer het meest geschikte moment
●
om het afdrukken te starten. Dit is doorgaans het beste compromis tussen de instellingen Na verwerking
en Onmiddellijk.
Een taak boven aan afdrukwachtrij plaatsen
U kunt een afdruktaak in de wachtrij selecteren en kiezen om die als volgende af te drukken. Nadat u de
afdruktaak selecteert, drukt u op Naar voren plaatsen.
Als nesten is ingeschakeld, is de taak die bovenaan is geplaatst mogelijk nog genest met andere taken. Als u
deze taak wilt loskoppelen en als volgende taak wilt afdrukken, moet u eerst nesten uitschakelen en vervolgens
de taak boven aan de wachtrij plaatsen, zoals hierboven is beschreven.
In de volgende gevallen wordt de knop Naar voren plaatsen niet weergegeven:
De taak staat al bovenaan de taakwachtrij.
●
De afdruktaak staat in de wacht. In dit geval wordt de knop Doorgaan met afdrukken weergegeven.
●
De taak is voltooid. In dit geval wordt de knop Opnieuw afdrukken weergegeven.
●
De taak bevat een fout.
●
Een taak in de afdrukwachtrij pauzeren
Als u de taak in de wachtrij selecteert die op dit moment aan het afdrukken is, ziet u een knop Pauzeren waar u
op kunt drukken om het afdrukken te pauzeren. De knop Pauzeren verandert dan naar de knop Doorgaan, waar
u op kunt drukken om het afdrukken voort te zetten.
U kunt ook op de knop Opties drukken, rechtsboven in het taakwachtrijscherm, en vervolgens op Afdrukken
pauzeren drukken.
Een taak uit de afdrukwachtrij opnieuw afdrukken
Om een al afgedrukte taak opnieuw af te drukken, selecteert u deze uit de wachtrij en vervolgens selecteert u
Opnieuw afdrukken.
Als u een afdruktaak opnieuw afdrukt, kunt u de afdrukinstellingen niet wijzigen omdat de taak al is gerasterd.
Een taak uit de afdrukwachtrij verwijderen
In normale omstandigheden hoeft u een taak niet uit de wachtrij te verwijderen nadat deze is afgedrukt, omdat
de taak automatisch wordt verwijderd wanneer het eind van de wachtrij bereikt wordt door extra afdruktaken.
Als u echter een foutief bestand hebt verzonden en het afdrukken wilt stoppen, kunt u simpelweg de afdruktaak
selecteren en dan drukken op Verwijderen.
OPMERKING:
NLWW
Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, is dit vereist.
De taakwachtrij in het frontpanel
,
,
69