Het is mogelijk om met de CS1 2 1 terug te keren naar de standaard settings. Dit kan zinvol zijn
wanneer men niet meer exact weet wat men geprogrammeerd heeft. Doe dit als volgt:
1 . Maak het controlepaneel geheel spanningsloos.
2. Houd de programmeerschakelaar ingedrukt.
3. Zet spanning op het controlepaneel, alle leds gaan nu knipperen.
Laat de programmeer schakelaar los.
4. Voer in 1 56 # 1 * *
Op dit moment gaan op het druktoetsbediendeel de leds lopen en wordt de standaard
programmering gekopieerd van in EPROM naar de EEprom toe.
5. Het controlepaneel staat nu weer in fabrieksprogrammering.
Het programmeren met het keypad
Met het druktoetsbediendeel kunnen alle functies geprogrammeerd worden. Er zijn verschillende
soorten basis functies.
Functies die om een code vragen, bijvoorbeeld de gebruikerscodes, of de zoneomschrijvingen.
Functies die om een bepaalde waarde vragen, bijv. sirenetijd.
Functies die om ja of nee vragen, bijv. engineersreset ja of nee.
Het veranderen van de programmeerlijnen
Zorg dat het controlepaneel in de programmeerstand staat.
Voer het betreffende regelnummer in gevolgd door een # (met een hekje ga je naar de
betreffende regel/funktie).
Op het druktoetsbediendeel verschijnt nu de waarde van de betreffende regel in BCD (zoals
omschreven).
Voer u eigen waarde in (decimaal) en druk op de * toets.
U zult zien dat de ingevoerde waarde op het display verschijnt.
Druk nu nogmaals op de * toets om de programmeerstand te verlaten.
Het controlepaneel keert terug naar de dag situatie.
Korte technische handleiding CS 12 1
CS121 . 1 /200 30-1 1 -94
_
Pagina 17
Wijzigingen voorbehouden