De koffie komt te langzaam
naar buiten of druppelsgewijs.
De koffie loopt niet uit één of
beide mondstukken van de
afgiftegroep.
De melk komt niet uit het
afgiftepijpje
De melk vertoont grote bellen
of komt spuitend uit het
melkafgiftepijpje, of heeft
weinig schuim
Het toestel gaat niet aan
De zetgroep kan er niet uit
De koffie is te fijn gemalen.
De mondstukken zijn verstopt.
Het deksel van het melkreservoir is vuil.
De melk is niet koud genoeg of het is geen
halfvolle melk.
De schuimregelknop is niet goed afgesteld.
Het deksel of de regelknop van het schuim op
het melkreservoir zijn vuil.
Het mondstuk heet water/stoom is vuil.
De stekker zit niet in het stopcontact.
De hoofdschakelaar (A8) is niet ingeschakeld.
Het uitschakelen werd niet correct uitgevoerd.
Draai de regelknop van de maalgraad in
wijzerzin, één klik in de richting van het getal
7, terwijl de koffiemolen in werking is (fig.
10). Draai de knop één klik per keer tot de
afgifte naar wens is. Het effect is pas zichtbaar
nadat 2 keer koffie gezet werd (zie paragraaf
"afstelling van de koffiemolen", op pag.12).
Reinig de mondstukken met een tandenstoker
(fig. 27B).
Reinig het deksel van de melk zoals
beschreven in de par. "Reiniging van het
melkreservoir".
Gebruik magere of halfvolle melk bij
koelkasttemperatuur (circa 5°C). Is het
resultaat dan nog niet naar wens, probeer dan
een ander merk melk.
Afstellen volgens de aanwijzingen van par.
"bereiding van dranken met melk".
Reinig het deksel en de draaiknop van het
melkreservoir zoals beschreven in de par.
"Reiniging van het melkreservoir".
Maak het mondstuk schoon zoals beschreven
in de paragraaf "Reiniging van het mondstuk
heet water/stoom".
Steek de stekker in het stopcontact.
Zet de hoofdschakelaar op stand I (afb. 1).
Schakel het apparaat uit door op de toets
(pag. 9) te drukken.
22