SATEL
3. Installatie
Koppel altijd de voeding los voordat u enige elektrische aansluitingen maakt.
De module is ontworpen voor installatie binnenshuis, in ruimtes met normale
luchtvochtigheid, b.v. in verdeelkasten op een 35 mm DIN-rail.
1. Monteer de module op de montage rail.
2. Gebruik de aansluitklem om de KNX-buskabel op de module aan te sluiten.
3. Verbind de belastingen met laadcircuitaansluitklemmen.
4. Sluit de module-voeding aan op N- en L-klemmen.
Alle
verbindingen
bedradingsschema voor de betreffende module (zie "Aansluitschema").
5. Sluit een computer met het ETS-programma aan op de KNX-bus en configureer de
module.
Om de module te configureren hebt u een computer nodig met ETS-programmaversie
5.5 of nieuwer, voorzien van een USB- of Ethernet aansluiting (TCP/IP). Het SATEL
ETS- applicatie bestand, welke gedownload kan worden van www.satel.eu/ets, moet
in het programma worden geïmporteerd.
Raadpleeg voor een gedetailleerde informatie over het configureren van de module
paragraaf "De module configureren".
3.1
Aansluitschema
KNX-SA41 • KNX-SA24
moeten
worden
gemaakt
in
overeenstemming
5
met
het