8
Opstart vertraging – de tijdsperiode waarmee het opstarten van de module wordt vertraagd
na het inschakelen van de voeding (0 – 65535 [seconden]). Waarde 00:00:00 schakelt de
vertraging uit.
Tijdens de vertragingsperiode wordt de telegram afhandeling gestopt en veranderen de
kanalen niet van status. De module verzendt geen telegrammen naar de KNX-bus. Nadat
de vertraging verstreken is, worden de telegrammen verzonden en wordt de status van de
kanalen ingesteld volgens de gedefinieerde parameters. Als tijdens de vertragingsperiode
telegrammen van communicatieobjecten worden ontvangen, worden deze opgeslagen.
Antwoorden op deze telegrammen worden verzonden nadat de vertragingstijd verstreken
is.
De opstart vertraging kan worden gebruikt om de belasting van de KNX-bus en het
voedingscircuit na het inschakelen van de voeding te verminderen.
Interval van cyclisch apparaat status verzending – de frequentie waarmee een telegram
naar de bus wordt verzonden door het "Apparaat bedrijfsstatus" communicatieobject met
informatie over de module status (0 – 65535 [seconden]). De informatie in het telegram
maakt het mogelijk de werking van de module te bewaken door andere apparaten op de
KNX-bus. Waarde "00:00:00" schakelt het verzenden uit.
Het verzenden van telegrammen kan permanent worden ingeschakeld, voor het
continue bewaken van de werking van de module, of alleen tijdens het testen. Als u de
bus niet met een te groot aantal telegrammen wilt belasten, kunt u de verzendcyclus
op de hoogst mogelijke waarde instellen.
Centrale functie – activeert / deactiveert de centrale functie in de module (Uitschakelen /
Inschakelen). Als de functie wordt ingeschakeld, wordt het communicatieobject
"Schakelfunctie" ingeschakeld, waardoor alle modulekanalen kunnen worden bestuurd.
Elk kanaal kan op een andere manier reageren op de statusverandering van dat object.
Reactie van het kanaal wordt gedefinieerd door middel van de "Reactie op centraal"
parameter.
Veiligheid – activeert / deactiveert de veiligheidsfunctie in de module (Uitschakelen /
Inschakelen). Als de functie wordt ingeschakeld, wordt het communicatieobject "Veiligheid
prioriteit 1" ingeschakeld en wordt het "Veiligheid" tabblad getoond.
4.2.1 Veiligheid
U kunt 3 "Veiligheid prioriteit n (n = 1, 2, 3)" objecten definiëren. Reactie op een verandering
van de status van het veiligheidsobject kan voor elk kanaal worden gedefinieerd.
Vergeet niet dat veiligheidsfuncties de hoogste prioriteit hebben. De kanaalstatus die
door een dergelijke functie is ingesteld, kan alleen worden gewijzigd door een andere
veiligheidsfunctie of status forceren functie, op voorwaarde dat deze functies een
hogere prioriteit hebben (zie "Functieprioriteiten").
U kunt de controletijd voor elk object definiëren. Als tijdens de controletijd een telegram met
waarde tegengesteld aan de activeringswaarde wordt ontvangen, loopt de tijd vanaf het
KNX-SA41 • KNX-SA24
SATEL