4 Elektrische installatie
Kabellengte en dwarsdoorsnede
De frequentieomvormer is getest met een bepaalde kabellengte en een bepaalde kabeldoorsnede. Als de doorsnede toeneemt, kan ook de kabelcapaciteit
– en daarmee de lekstroom – toenemen en moet de kabellengte dienovereenkomstig verminderd worden.
Schakelfrequentie
Wanneer frequentieomvormers in combinatie met sinusfilters worden gebruikt om de akoestische ruis van een motor te beperken, moet de schakelfre-
quentie worden ingesteld volgens de instructies voor sinusfilters in Par.14-01
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van aluminium geleiders
Aluminium geleiders worden niet aanbevolen voor kabeldoorsneden onder 35 mm². De klemmen kunnen worden gebruikt met aluminium geleiders, maar
hiervoor moet het geleideroppervlak schoon zijn en moet de oxidatie worden verwijderd en het oppervlak worden afgesloten met neutrale zuurvrije
vaseline voordat de geleider wordt aangesloten.
Bovendien moet de klemschroef na twee dagen opnieuw worden aangedraaid vanwege de zachtheid van het aluminium. Het is belangrijk dat de aan-
4
sluiting zorgt voor een gasdichte verbinding, omdat het aluminium oppervlak anders weer zal oxideren.
Alle soorten driefasen asynchrone standaardmotoren kunnen op de fre-
quentieomvormer worden aangesloten. Kleine motoren zijn gewoonlijk in
ster geschakeld (230/400 V, D/Y). Grote motoren zijn in driehoekscha-
keling geschakeld (400/690 V, D/Y). Kijk op het motortypeplaatje voor
de juiste aansluitmodus en spanning.
NB!
Bij motoren zonder fase-isolatiemateriaal of andere versterkte isolatie die geschikt is voor gebruik met voedingsspanning (zoals een
frequentieomvormer) moet een sinusfilter worden aangebracht op de uitgang van de frequentieomvormer. (Voor motoren die voldoen
aan EC 60034-17 is geen sinusfilter nodig.)
Nr.
96
U
U1
W2
U1
Nr.
99
PE
Tabel 4.16: Motoraansluiting met 3 en 6 kabels.
30
97
98
Motorspanning 0-100% van netspanning.
V
W
3 kabels uit motor
V1
W1
6 kabels uit motor, driehoekschakeling
U2
V2
V1
W1
6 kabels uit motor, sterschakeling
U2, V2, W2 moeten afzonderlijk onderling worden verbonden
(optioneel klemmenblok)
Aardverbinding
MG.11.A9.10 – VLT
®
VLT
Schakelfrequentie
.
Afbeelding 4.15: Klemmen voor motoraansluiting
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
HVAC Drive Bedieningshandleiding