7 Problemen verhelpen
WAARSCHUWING 47, 24 V-voeding laag:
De externe 24 V DC-reservevoeding kan overbelast zijn. Neem in andere
gevallen contact op met uw Danfoss-leverancier.
ALARM 48, 1,8 V-voeding laag:
Neem contact op met uw Danfoss-leverancier.
WAARSCHUWING 49, Snelheidsbegrenzing:
De snelheid wordt begrensd door het ingestelde bereik in Par.4-11
torsnelh. lage begr. [RPM]
ALARM 50, kalibratie AMA mislukt:
Neem contact op met uw Danfoss-leverancier.
ALARM 51, AMA-test Unom en Inom:
De instelling van de motorspanning, de motorstroom en het motorver-
mogen zijn waarschijnlijk fout. Controleer de instellingen.
ALARM 52, lage Inom AMA:
De motorstroom is te laag. Controleer de instellingen.
ALARM 53, AMA-motor te groot:
De motor is te groot om AMA te kunnen uitvoeren.
ALARM 54, motor AMA te klein:
7
De motor is te klein om AMA te kunnen uitvoeren.
ALARM 55, AMA-par. buiten bereik:
De gedefinieerde parameterwaarden voor de motor vallen buiten het
toegestane bereik.
ALARM 56, AMA onderbroken door gebruiker:
De AMA is onderbroken door de gebruiker.
ALARM 57, time-out AMA:
Probeer AMA enkele keren helemaal opnieuw te starten, totdat AMA cor-
rect wordt uitgevoerd. Wanneer de AMA verschillende keren kort na
elkaar wordt uitgevoerd, kan de motor zo warm worden dat de weer-
standen Rs en Rr groter worden. In de meeste gevallen is dit echter niet
kritiek.
WAARSCHUWING/ALARM 58, interne fout AMA:
Neem contact op met uw Danfoss-leverancier.
WAARSCHUWING 59, Stroomgrens:
De stroom is hoger dan de waarde in Par. 4-18
WAARSCHUWING 60, Externe vergrendeling:
De externe vergrendeling is ingeschakeld. Om terug te keren naar nor-
maal bedrijf moet 24 V DC worden toegepast op de klem die is gepro-
grammeerd voor Externe vergrendeling. Vervolgens moet er een
resetsignaal worden gegeven (via bus of digitale I/O, of door op [Reset]
te drukken).
WAARSCHUWING/ALARM 61, Volgfout:
Volgfout. Raadpleeg leverancier.
WAARSCHUWING 62, Uitgangsfrequentie op maximumbegren-
zing:
De uitgangsfrequentie wordt begrensd door de ingestelde waarde in
Max. uitgangsfreq.
Par. 4-19
WAARSCHUWING 64, Spanningslimiet:
De combinatie van belasting en snelheid vereisen een motorspanning die
hoger is dan de actuele DC-tussenkringspanning.
WAARSCHUWING/ALARM/TRIP 65, Overtemperatuur stuur-
kaart:
Overtemperatuur stuurkaart: de uitschakeltemperatuur voor de stuur-
kaart is 80 °C.
146
Motorsnelh. hoge begr. [RPM]
en Par.4-13
Stroombegr.
.
MG.11.A9.10 – VLT
VLT
WAARSCHUWING 66, Temperatuur koellichaam laag:
De gemeten temperatuur van het koellichaam is 0 °C. Dit zou kunnen
betekenen dat de temperatuursensor defect is. Daarom wordt de venti-
latorsnelheid maximaal verhoogd voor het geval het vermogensdeel of
de stuurkaart erg warm is.
Deze waarschuwing wordt weergegeven wanneer de temperatuur lager
is dan 15 °C.
Mo-
ALARM 67, Optieconfiguratie is gewijzigd:
Een of meer opties zijn toegevoegd of verwijderd sinds de laatste uit-
schakeling.
ALARM 68, Veilige stop:
De veilige stop is ingeschakeld. Om terug te keren naar normaal bedrijf
moet 24 V DC worden toegepast op klem 37. Vervolgens moet er een
resetsignaal worden gegeven (via bus of digitale I/O, of door op [Reset]
te drukken).
ALARM 69, Temperatuur voedingskaart:
Overtemperatuur voedingskaart.
ALARM 70, Ongeldige configuratie frequentieomvormer:
De huidige combinatie van stuurkaart en voedingskaart is niet toege-
staan.
ALARM 90, Bewaking terugkoppeling:
ALARM 91, Analoge ingang 54 verkeerd ingesteld:
Schakelaar S202 moet worden ingesteld in de positie UIT (spanningsin-
gang) wanneer een KTY-sensor is aangesloten op analoge ingangsklem
54.
ALARM 92, Geen flow:
Voor het systeem is een situatie zonder belasting gedetecteerd. Zie pa-
rametergroep 22-2*.
ALARM 93, Droge pomp:
Een situatie zonder stroming en een hoge snelheid geven aan de pomp
is drooggelopen. Zie parametergroep 22-2*.
ALARM 94, Einde curve:
De terugkoppeling blijft onder het instelpunt, wat kan wijzen op lekkage
in het leidingsysteem. Zie parametergroep 22-5*.
ALARM 95, Band defect:
Het koppel is lager dan de ingestelde waarde voor het koppel bij geen
belasting, wat wijst op een defecte band. Zie parametergroep 22-6*.
ALARM 96, Start vertraagd:
Het start van de motor is vertraagd omdat de beveiliging tegen een korte
cyclus actief is. Zie parametergroep 22-7*.
ALARM 250, Nieuw reserveonderdeel:
Het vermogen of de voeding van de schakelmodus is verwisseld. De ty-
pecode voor de frequentieomvormer moet worden hersteld in EEPROM.
Selecteer de juiste typecode in Par. 14-23
van het label op het toestel. Vergeet niet om 'In EEPROM opslaan' te
selecteren om de procedure te voltooien.
ALARM 251, Nieuwe typecode:
De frequentieomvormer heeft een nieuwe typecode gekregen.
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
HVAC Drive Bedieningshandleiding
Instelling typecode
op basis