Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Foutmeldingen; Mogelijke Correcties - Danfoss VLT HVAC Drive Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive:
Inhoudsopgave

Advertenties

7 Problemen verhelpen

7.1.2 Foutmeldingen

WAARSCHUWING 1, 10 Volt laag:
De 10 V-spanning van klem 50 op de stuurkaart is minder dan 10 V.
Verminder de belasting van klem 50, omdat de 10 V-spanning overbelast
is. Maximaal 15 mA of minimaal 590 Ω.
WAARSCHUWING/ALARM 2, Live zero fout:
Het signaal op klem 53 of 54 is minder dan 50% van de waarde die is
ingesteld
in
respectievelijk
Par. 6-12
Klem 53 lage stroom
Par. 6-22
Klem 54 lage stroom
WAARSCHUWING/ALARM 3, Geen motor:
Er is geen motor aangesloten op de uitgang van de frequentieomvormer.
WAARSCHUWING/ALARM 4, Faseverlies netvoeding:
Aan de voedingszijde ontbreekt een fase of de onbalans in de netspan-
ning is te hoog.
Deze melding verschijnt ook als er een fout optreedt in de ingangsgelij-
krichter op de frequentieomvormer.
Controleer de voedingsspanning en voedingsstromen naar de frequen-
7
tieomvormer.
WAARSCHUWING 5, DC-tussenkringspanning hoog:
De spanning in de tussenkring (DC) is hoger dan de overspanningsbe-
grenzing van het stuursysteem. De frequentieomvormer is nog steeds
actief.
WAARSCHUWING 6, DC-tussenkringspanning laag:
De tussenkringspanning (DC) is lager dan de onderspanningsbegrenzing
van het stuursysteem. De frequentieomvormer is nog steeds actief.
WAARSCHUWING/ALARM 7, DC-overspanning:
Als de tussenkringspanning hoger is dan de overspanningsbegrenzing
schakelt de frequentieomvormer na een bepaalde tijd uit.

Mogelijke correcties:

Selecteer
Overspanningsreg.
Sluit een remweerstand aan.
Verleng de aan/uitlooptijd.
Activeer functies in Par.2-10
Toename Par. 14-26
Het selecteren van de functie voor overspanningsregeling (OVC) zal de
aan- en uitlooptijden verlengen.
Alarm/waarschuwingslimieten:
Spanningsbe-
3 x 200-240 V
reik
AC
[VDC]
Onderspan-
185
ning
Waarschuwing
205
lage spanning
Waarschuwing
hoge spanning
390/405
(zonder rem –
met rem)
Overspanning
410
De gegeven spanningen hebben betrekking op de tussenkringspan-
ning van de frequentieomvormer met een tolerantie van ± 5%. De
bijbehorende voedingsspanning is de tussenkringspanning (DC-tus-
senkring) gedeeld door 1,35.
144
Par.6-10
Klem 53 lage spanning
, Par.6-20
Klem 54 lage spanning
.
in Par.2-17
Overspanningsreg.
Remfunctie
Uitschakelvertraging bij inverterfout
3 x 380-500 V
3 x 550-600 V
AC
AC
[VDC]
[VDC]
373
532
410
585
810/840
943/965
855
975
MG.11.A9.10 – VLT
VLT
WAARSCHUWING/ALARM 8, DC-onderspanning:
Als de tussenkringspanning (DC) lager wordt dan de waarde voor 'Waar-
schuwing lage spanning' (zie bovenstaande tabel), zal de frequentieom-
vormer controleren of de 24 V-reservevoeding is aangesloten.
Als geen 24 V-reservevoeding is aangesloten, schakelt de frequentieom-
vormer uit na een bepaalde tijd die afhankelijk is van de eenheid.
Algemene specificaties
Zie de sectie
,
spanning geschikt is voor de frequentieomvormer.
of
WAARSCHUWING/ALARM 9, Omvormer overbelast:
De frequentieomvormer staat op het punt van uitschakeling wegens
overbelasting (te hoge stroom gedurende een te lange tijd). De teller voor
de thermo-elektronische omvormerbeveiliging geeft een waarschuwing
bij 98% en schakelt uit bij 100%, waarbij een alarm wordt gegenereerd.
De frequentieomvormer kan niet worden gereset totdat de teller onder
de 90% is gezakt.
De fout is dat de frequentieomvormer te lang met meer dan de nominale
stroom is overbelast.
WAARSCHUWING/ALARM 10, Overtemperatuur motor-ETR:
De thermo-elektronische beveiliging (ETR) geeft aan dat de motor te
Therm. motorbeveiliging
warm is. Via Par.1-90
of de frequentieomvormer een waarschuwing of een alarm moet geven
wanneer de teller 100% bereikt. De fout is dat de motor te lang met meer
dan de nominale motorstroom is overbelast. Controleer of motorPar.
1-24
Motorstroom
juist is ingesteld.
WAARSCHUWING/ALARM 11, Overtemperatuur motorthermis-
tor:
De thermistor of de thermistoraansluiting is ontkoppeld. Via Par.
Therm. motorbeveiliging
1-90
tieomvormer een waarschuwing of een alarm moet geven. Controleer of
de thermistor juist is aangesloten tussen klem 53 of 54 (analoge span-
ningsingang) en klem 50 (+10 V-voeding), of tussen klem 18 of 19
(digitale ingang, alleen PNP) en klem 50. Als er een KTY-sensor wordt
gebruikt, moet u controleren op een juiste aansluiting tussen klem 54 en
55.
WAARSCHUWING/ALARM 12, Koppelbegrenzing:
Het koppel is hoger dan de ingestelde waarde in Par. 4-16
grenzing motormodus
(bij motorwerking) of Par. 4-17
generatormodus
(bij generatorwerking).
WAARSCHUWING/ALARM 13, Overstroom:
De piekstroombegrenzing van de omvormer (circa 200% van de nominale
stroom) is overschreden. De waarschuwing zal ongeveer 8-12 s aanhou-
den, waarna de frequentieomvormer uitschakelt en een alarm geeft.
Schakel de frequentieomvormer uit en controleer of de motoras kan wor-
den gedraaid en of de maat van de motor geschikt is voor de frequen-
tieomvormer.
ALARM 14, Aardfout:
Er vindt een ontlading plaats van de uitgangsfasen naar de aarde, ofwel
in de kabel tussen de frequentieomvormer en de motor of in de motor
zelf.
Schakel de frequentieomvormer uit en hef de aardfout op.
ALARM 15, Onvolledige hardware:
Een gemonteerde optie kan niet worden verwerkt door de huidige stuur-
kaart (hardware of software).
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
HVAC Drive Bedieningshandleiding
om te controleren of de voedings-
kan worden geselecteerd
kan worden geselecteerd of de frequen-
Koppelbe-
Koppelbegrenzing

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave