Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
/
IN BEDRIJF STELLEN
BEDIENING
Bulk (Lampje 1 brandt)
Als alleen het bulk ON lampje brandt is de accu in principe
leeg. De acculader levert in deze fase de maximum
laadstroom (zie afb. 4 fase A) als gevolg hiervan zal de
accuspanning geleidelijk stijgen. Wanneer de spanning
de 13,8V (voor een 12V type), 27,6V (voor een 24V type)
of 55,2V (voor een 48V type) bereikt kunnen we stellen
dat de accu voor 25% geladen is en zal lampje 2 gaan
branden.
(Lampje 1 en 2 branden)
De accu is ±25% geladen. De lader laadt nog steeds de
maximale stroom. De spanning zal geleidelijk doorstijgen
tot de absorption spanning (zie afb. 4 fase A). Fase A kan
maximaal 6 uur duren.
Absorption (lampje 1, 2 en 3 branden)
Als het absorption lampje brandt is de accu voor 50%
geladen. (fase B, afb. 4) De acculader gaat nu de laad-
spanning begrenzen. De laadstroom zal langzaam afne-
men.
(Lampje 1 t/m 4 branden)
De accu is ongeveer 75% geladen. In deze fase wordt de
laadspanning begrensd op het absorption niveau. De
laadstroom zal verder afnemen omdat de accu steeds
voller wordt.
Float (lampje 1 t/m 5 branden)
Wanneer alle gele lampjes branden is de accu geheel
geladen. De acculader is nu bezig met het druppellaad-
programma. In deze fase is de laadspanning verlaagd
waardoor de accu niet meer aan slijtage onderhevig is.
De acculader kan in deze fase wel de maximale stroom
leveren om de aangesloten verbruikers te voeden.
Stroomopname uit het net of generator
De door de lader opgenomen stroom heeft dezelfde vorm
als de netspanning en is hiermee in fase. Hierdoor is de
cos phi 1 (bij de 3-24/100 is de cos phi ongeveer 0,8). De
opgenomen stroom uit het net is hierdoor minimaal en
veel lager dan bij conventionele laders. De lader voldoet
hierdoor ruimschoots aan de emissie-eisen volgens EN
60555-2.
Rimpelspanning op de uitgang
De lader heeft een zeer vlakke uitgangsspanning, de rim-
pel is minder dan 100mV rms bij vollast. Hierdoor zijn sto-
ringen op het gelijkstroomcircuit minimaal.
8
TEMPERATUUR GECOMPENSEERD LADEN
Bij de Mastervolt acculaders wordt standaard een tem-
peratuursensor geleverd. Door het goed toepassen van
deze temperatuursensor kan de levensduur van een
accuset aanzienlijk verlengd worden, hetgeen u veel geld
bespaard. De sensor meet de temperatuur van de accu
en past vervolgens automatisch de laadspanning aan,
waardoor een optimaal laadprogramma wordt gevolgd.
12V
accu temperatuur (°C)
Compensatie van kabelverliezen (spanningssense)
De acculader kan de verliezen die optreden over de accu-
kabels compenseren. Hiervoor is de acculader voorzien
van aansluitingen voor sense-draden. Door het aansluiten
van deze draden wordt de accu altijd voorzien van de juis-
te spanning zodat deze optimaal wordt geladen. Wanneer
alleen de min sense-draad aangesloten wordt, wordt al-
leen de spanningsval over de minkabel gecompenseerd.
Bij het aansluiten van de plus sense-draad wordt ook de
spanningsval over de pluskabel gecompenseerd.
De maximale compensatie is 3V.
Alarmfunctie
De acculader beschikt over een ingebouwde alarmfunc-
tie. Bij overschrijding van de alarm waardes wordt deze
functie actief. Het potentiaal vrije contact waarmee ande-
re apparatuur aangestuurd kan worden zal omschakelen.
De maximale schakelstroom is 1A. Voor de alarm waar-
den zie appendix A.
Het laden van een tweede accu
Het komt voor dat naast de hoofdaccu('s) een startaccu
met dezelfde spanning wordt gebruikt. Het is mogelijk deze
accu te laden met de 3A uitgang van de acculader.
Bij de typen 12/60-2, 12/80-2 en 24/50-2, is deze 'slave
charger' aanwezig.
Juli 2001 / MASS acculaders "Colorado" C2 & C3 / NL
24V
48V
60
56
52
48
44
Advertenties
Inhoudsopgave
