B.1 Waarschuwing
Beschrijving
Waarschuwing 1
Kalibratie te laat
Waarschuwing 3
BLE-fout (alleen BLE-versie)
Waarschuwing 4
Waarschuwing 4 Tijd/datum niet ingesteld (RTC
niet ingesteld) / RTC-reset abnormaal
Waarschuwing 5
Logboekgeheugen corrupt (CRC komt niet
overeen)
Waarschuwing 6
Certificaat is corrupt of ontbreekt
Waarschuwing 7
waarschuwing overlimiet
Waarschuwing 8
waarschuwing onderlimiet
B.2 Fout
Beschrijving
Fout 1
Interne communicatiefout
Fout 2
Celstoring
Fout 3
Cel produceert een negatieve waarde
Fout 4
EEPROM is beschadigd
Fout 5
Fout operationele voltage MCU
Fout 6
RAM lees-/schrijffout
Fout 7
Flash-geheugen corrupt
Fout 8
Codegeheugenfout
Fout 9
mA-uitvoerfout (alleen mA-uitvoerversie)
Fout 10
Storing voedingsspanning
Fout 11
Interne hardwarefout
Fout 12
Interne softwarefout
Fout 13
Kalibratie te laat
44
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Kalibreer de unit
Schakel de unit uit en weer in. Als dezelfde waarschuwing opnieuw
wordt weergegeven, neem dan contact op met de fabrikant.
Configureer de tijd van de unit. Als dezelfde waarschuwing opnieuw
wordt weergegeven, neem dan contact op met de fabrikant.
Schakel de unit uit en weer in. Het gebeurtenislogboek kan verloren
gaan.
Neem contact op met de fabrikant.
Kalibreer de unit.
Kalibreer de unit.
Problemen oplossen
Schakel de unit uit en weer in. Als dezelfde fout zich opnieuw
voordoet, neem dan contact op met de fabrikant.
Controleer de sensorverbinding. Als dezelfde fout zich opnieuw
voordoet, vervang dan de sensor.
Kalibreer de unit.
Configureer de unit opnieuw met de mobiele app. Als dezelfde fout
zich opnieuw voordoet, neem dan contact op met de fabrikant.
Schakel de unit uit en weer in. Als dezelfde fout zich opnieuw
voordoet, neem dan contact op met de fabrikant.
Schakel de unit uit en weer in. Als dezelfde fout zich opnieuw
voordoet, neem dan contact op met de fabrikant.
Configureer de unit opnieuw met de mobiele app.
Schakel de unit uit en weer in. Als dezelfde fout zich opnieuw
voordoet, neem dan contact op met de fabrikant.
Controleer of de loopback-weerstand correct is aangesloten.
Schakel de unit uit en weer in. Als dezelfde fout zich opnieuw
voordoet, neem dan contact op met de fabrikant.
Schakel de unit uit en weer in. Als dezelfde fout zich opnieuw
voordoet, neem dan contact op met de fabrikant.
Schakel de unit uit en weer in. Als dezelfde fout zich opnieuw
voordoet, neem dan contact op met de fabrikant.
Kalibreer de unit.
B
Bijlage