Onderhoud
4.7
Alarmen en storingen resetten
38
LET OP!
Plaats de sensor niet met overmatige kracht in de aansluiting, omdat
deze dan beschadigd kan raken
Bij een vergrendeld alarm of een vergrendelde storing voert u een reset
uit door de OMHOOG- of OMLAAG-knop kort in te drukken. Hierdoor
worden de vergrendelde alarmen en storingen gereset en een
zelfdiagnose gestart om te controleren of de detector geen
waarschuwing geeft of een storing heeft.
3. Verwijder het sensorklepje.
a) Draai de schroef op het
sensorklepje los.
b) Houd de schroef tegen en kantel
deze naar beneden vanaf de
bovenste rand van het klepje.
4. Trek de gassensor eruit om deze te
verwijderen.
5. Plaats een nieuwe sensor in de
sensoraansluiting om ervoor te
zorgen dat de sensorpennen correct
zijn uitgelijnd.
.
6. Houd de OMHOOG-knop 2 seconden
ingedrukt om de opstartmodus te
activeren. In deze modus blijft de
output in de blokkeringsmodus.
7. Vervang het sensorklepje en draai
niet al te stevig met de schroef vast.
8. Schakel naar de normale
monitoringsmodus door de
OMLAAG-knop 5 seconden ingedrukt
te houden.
9. Voer een kalibratie uit in
overeenstemming met
pagina 34.
Kalibratie
op