Onderhoud
Alle wijzigingen escapen en verwijderen: De escape-functie kan altijd
worden gebruikt tijdens de procedures die in de volgende secties
uitgebreid worden beschreven. Houd de OMLAAG-knop 5 seconden
ingedrukt.
4.2
Statusindicator voor onderhoud
Er is nog een indicator op de achterkant van de detectormodule voor
eenvoudiger onderhoud. Als u onderhoud uitvoert, zoals kalibratie of het
vervangen van een sensor, gebruik dan de bedieningsknoppen en bekijk
de indicator om te bepalen wat de status van de detector is.
Blokkeringsmodus
.
In de blokkeringsmodus brandt de indicator constant geel
Modus Sensor vervangen
In de modus Sensor vervangen, knippert de indicator langzaam geel
. In de opstartfase brandt de indicator constant geel
.
Nulkalibratie
Tijdens nulkalibratie knippert de indicator lang geel
, gevolgd door
twee keer kort geel knipperen
. De eerste keer kort geel knipperen
geeft de nulstatus aan, de tweede keer geeft de kalibratiestatus aan.
De indicator lang geel
, gevolgd door een keer kort groen
en een
keer kort geel knipperen
als de nulkalibratie met succes is
afgerond, maar knippert lang geel
, gevolgd door een keer kort
rood
en een keer kort geel knipperen
als dit niet is gelukt.
Bereikgaskalibratie
Tijdens bereikgaskalibratie knippert de indicator geel
. De indicator
knippert groen
met twee korte onderbrekingen als de
bereikgaskalibratie met succes is afgerond, maar knippert rood
met twee korte onderbrekingen als dit niet lukt.
31