Montage
Anlagenspülung
Fühler montieren
Aansluiting
Kabeldoorvoer
ontluchtingsklep
voor netaansluiting
KV
KR
MAG
F+E
Aansluiting buis
verbrandingsgasse
KV
Toevoer ketel
KR
Retourleiding ketel
F+E
Vul- en aftapkraan
MAG
Aansluiting expansievat
12
Spoeling van de installatie
Vóór de ketel op een bestaande ver-
warmingsinstallatie wordt aangesloten,
moet deze grondig worden gespoeld.
Anders zal er zich vuil en slib in de
ketel ophopen, wat tot lawaai en
plaatselijke oververhitting kan leiden.
De garantie vervalt voor
beschadigingen aan de ketel die
hieraan te wijten zijn.
Aansluiting buffer proceswater
Wanneer de compacte verwarmings-
centrale van STRATON met een buffer
voor proceswater wordt gecombineerd,
moet men erop letten dat de omvang
en het vermogen overeenkomen met
het geïnstalleerde ketelvermogen. In
verband met de aansluiting en de
uitrusting van de buffers voor proces-
water moeten de geldende voor-
Aansluiting
schriften, de algemeen geldende
condensaat
regels van de techniek en de van
toepassing zijnde richtlijnen worden
gerespecteerd. In ieder geval moet
een overschrijding van de toegelaten
bedrijfsoverdruk door middel van een
constructief getest membraanveilig-
heidsventiel worden vermeden.
Pompgroep
Montage en ingebruikneming haalt
u uit de afzonderlijke bedrijfs-
handleiding.
Sensor monteren
(alleen bij gebruik met menger)
1.
Sensor voor de temperatuur in
het toevoersysteem (TV)
-
2.
Sensor voor de temperatuur van
de buitenlucht (TA)
Deze sensor is niet voorzien van
bedrading.
-
-
Aan te brengen: minstens
50 cm boven de circulatie-
pomp aan de verwarmings-
toevoerbuis van de menger.
Aan te brengen: minstens
2 meter boven de grond,
indien mogelijk aan de
noordzijde van het gebouw.
Erop letten dat de meting door
de sensor niet door
schoorstenen, vensters enz...
wordt beïnvloed.
Er moet regelmatig op functie
worden gecontroleerd en mag door
de proceswateropslag niet afsluitbaar
zijn.
Bij het gebruik van proceswateropslag
met elektrische (nachtstroom)
of extra zonneverwarming
moet in de laadleiding tussen
ketel en opslag een terugslagklep
worden gemonteerd.
Expansievat
Het expansievat moet ter plekke
worden gemonteerd.
Voor de aansluiting is aan de achter-
kant een R1"-schroefdraad aanwezig.
Vuldruk van de installatie:
ca. 0,2 bar boven statische hoogte
(0,1 bar pro m).
Let op:
Bij een verwarmde ketel mag geen
Water worden bijgevuld.
-
Manier van aanbrengen: de
sensor zo draaien, dat de
doorsteek voor de kabel van
het kastje uit naar beneden
loopt.
-
Lengte van de leidingen: geen
beperking van de lengte bij
het gebruik van 1,5 mm²
koperleidingen.
Vullen van de installatie
Voordat de installatie mag worden
gevuld, moeten de terugslagkleppen
en de afsluitkranen aan de pompen
worden open gezet. De installatie
moet langzaam via de vul- en de
aftapkraan worden gevuld, zodat het
systeem correct kan worden ontlucht.
De pompen moeten via de
ontluchtingsschroeven worden
ontlucht.
Nadat de installatie werd gevuld,
moeten de ontluchtingsschroeven van
de pomp worden gesloten en moeten
de terugslagkleppen in de
bedrijfspositie worden geplaatst.
Er mogen geen chemische
beschermingsmiddelen tegen corrosie
gebruikt worden.