GEBRUIKSAANWIJZING Rotatie viscometer PCE-RVI 2
spindel. De viscometer is zo gekalibreerd dat de viscositeitswaarden zal worden weergegeven in
mPas of cP (dPas/P), afhankelijk van de rotatiesnelheid en het spilnummer. De combinatie van
verschillende spindels met verschillende toerentallen maakt een optimale bepaling van de
viscositeit over een breed meetbereik mogelijk.
9.2 Belangrijke opmerkingen
Viscositeit:
De viscositeit is een karakteristieke eigenschap van vloeistoffen. Het is een maat voor de
inwendige frictie van de vloeistof wanneer een laag zich moet bewegen in relatie met een
andere laag. De viscositeit is sterk temperatuurafhankelijk. De standaardeenheden voor de
bepaling van de dynamische viscositeit omvatten mPas (S.I.) of cP (C.G.S.).
Schuifspanning:
Schuifspanning is de kracht per oppervlakte-eenheid, welke voor het verplaatsen van twee
vloeibare lagen vereist zijn (interne wrijving). Standaardeenheden voor de schuifspanning zijn:
2
N/m
(S.I.) of dynes/cm
Schuifsnelheid:
De schuifsnelheid betreft de snelheid van het wrijven van verschillende lagen tegen elkaar. De
standaardeenheid voor de schuifsnelheid is de 'reciprocal second,' aangegeven als sec
Laminaire stroming:
De laminaire stroming stelt een ideale beweging tussen de verschillende lagen vast. Er is geen
massatransport tussen de verschillende lagen. De laminaire stroming is de basis voor het
bepalen van de dynamische viscositeit.
Turbulente stroming:
Vanaf een bepaalde stroomsnelheid treedt een massatransport tussen de verschillende
vloeistoflagen op. Dit leidt tot een schijnbaar hogere schuifspanning en een onjuist verhoogde
viscositeit. De overgang van het laminaire naar een turbulente stroming herkent men aan de
plotselinge en aanzienlijke toename van de viscositeit bij een bepaalde snelheid. In het algemeen
kunnen vloeistoffen na verhouding van de schuifspanning en schuifsnelheid worden
geclassificeerd.
Newtoniaanse vloeistoffen:
Bij Newtoniaanse vloeistoffen zijn de schuifsnelheid en schuifspanning evenredig aan elkaar. Bij
dezelfde temperatuur blijft de viscositeit van Newtoniaanse vloeistoffen altijd constant,
ongeacht de viscometer, de spindel en het toerental. Bekende vloeistoffen die over deze
eigenschappen beschikken zijn water en dunne motoroliën.
1 mPas = 1 cP (centi-Poise)
1 dPas = 1P (Poise)
2
(C.G.S.)
9
-1
of 1/sec.