2
Het apparaat
installeren en
configureren
Dit hoofdstuk bevat informatie voor de beheerder van dit apparaat, zoals de onderdeelnamen, het aansluiten van kabels
en het installeren van software.
aansluiten ...................................................... 2-7
Aanzetten .......................................... 2-10
Uitzetten ............................................ 2-10
Hulpscherm ....................................... 2-13
Aanmelden ........................................ 2-14
Afmelden ........................................... 2-15
aansluiten) ........................................ 2-18
21
Software
installeren op Mac-computers ........... 2-32
Command Center RX .................................. 2-38
Command Center RX openen .......... 2-39
Beveiligingsinstellingen wijzigen ....... 2-40
Apparaatgegevens wijzigen .............. 2-42
2-1