Bediening van het apparaat > Verzenden
3
Bevestig de informatie.
Het bevestigingsscherm van de verbinding verschijnt. Druk op [Ja] om de verbinding te
controleren en op [Nee] om deze niet te controleren.
"Verbonden" verschijnt wanneer de verbinding met de bestemming correct tot stand is
gebracht. Als "Kan geen verbinding maken" verschijnt, controleer dan de ingevoerde
gegevens.
Herhaal de stappen 1 t/m 3 om naar meerdere bestemmingen te verzenden.
Bestemmingen kunnen op een later moment worden gewijzigd.
Bestemmingen controleren en bewerken (pagina 5-21)
5-20