ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
4
4.3.6 Pulsuitgang / Frequentieuitgang
De maximumfrequentie van zowel de puls- als de frequentieuitgang is 1000 Hz.
Figuur 4-5: Elektrische aansluiting pulsuitgang
1 Stroomvoorziening signaalomvormer
2 Voeding pulsuitgang
3 Pulsteller of frequentiemeter
De aansluiting wordt gemaakt tussen klem M2/4 Common (-) en M1 voor Hi Current (+) of M3
NAMUR (+). Slechts één van de twee aansluitingen M1 of M3 kan in menu C2.2 worden
geselecteerd. De uitgang wordt als puls- of frequentieuitgang geselecteerd in menu C2.2. De
uitgang is een passieve "open collector"-uitgang die elektrisch is gescheiden van de
stroominterface en de flowsensor. Deze vereist een eigen stroomvoorziening 2. De totale
weerstand moet zo worden aangepast dat de totale stroom I
Figuur 4-6: Definitie pulsuitgangssignaal
1 T
max
2 Gesloten
3 Open
4 Pulsbreedte ≥ 0,5 ms
Voor de selectie van de meetvariabele en aanpasbare gegevens van de puls- of
frequentieuitgang raadpleegt u het hoofdstuk "Menubeschrijving C – Setup (Configuratie)",
menu "C2.2.2 Pulse Output (Pulsuitgang)" of menu "C2.2.3 Frequency Output
(Frequentieuitgang)" en de gepaste submenu's.
INFORMATIE!
Controleer of de pulsbreedte in lijn is met de pulsfrequentie.
42
www.krohne.com
OPTISWIRL 4200
niet groter is dan 120 mA.
tot
09/2016 - 4005523101 - MA OPTISWIRL 4200 R03 nl