De remschoenen en
voeringen controleren
Onderhoudsinterval: Maandelijks
Als een remschoen versleten is, vervang dan beide
remschoenen van elke rem en beide remmen
op dezelfde as. Dit zorgt ervoor dat de remmen
uitgebalanceerd blijven.
Vervang de remvoeringen in de volgende gevallen:
•
Ze zijn afgesleten tot een dikte van 1,6 mm of
minder.
•
Ze zijn verontreinigd door vet of olie.
•
Ze zijn abnormaal gekrast of gegroefd.
Opmerking:
Het is normaal dat de remvoeringen
hittescheurtjes vertonen.
Remmen reinigen en
inspecteren
Onderhoudsinterval: Jaarlijks Vaker in geval van
intensief gebruik en slijtage.
•
Vervang de magneten en remschoenen zodra
deze versleten of gekrast zijn.
•
Reinig de ankerplaat, de magneetarm, de
magneet en de remschoenen met een speciaal
reinigingsmiddel voor autoremmen.
•
Controleer of alle verwijderde onderdelen
weer zijn teruggeplaatst in dezelfde rem- en
trommelconstructie waar ze vandaan kwamen.
•
Controleer de magneetarm op losse of versleten
onderdelen.
•
Controleer of de contraveren van de remschoenen,
de bevestigingsveren en de afstelveren niet te ver
zijn uitgerekt of vervormd en vervang deze indien
nodig.
VOORZICHTIG
Stof van de remmen kan bij inademing
gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Neem
de volgende voorzorgsmaatregelen als u
onderhoud gaat uitvoeren aan de remmen:
– Maak geen stof en adem geen stof in.
– Remvoeringen niet bewerken, vijlen of
slijpen.
– Gebruik voor het reinigen geen
perslucht of droge borstel.
De remmen smeren
Breng voordat u de elektrische remmen weer
monteert een dun laagje anti-seize of smeervet aan
(bv. Lubriplate™) op de volgende plaatsen:
•
De ankerpen van de rem
•
Het lager en de pen van de arm
•
De gebieden op de ankerplaat die contact maken
met de remschoenen en de magneetarm
•
Het blok op de arm
Belangrijk:
Laat het smeervet niet in contact
komen met de remvoeringen, trommels of
magneten.
De magneten nakijken
De elektromagneten van de remmen zijn ontworpen
om de juiste kracht en frictie te leveren.
Inspecteer de magneten regelmatig en vervang deze
als ze ongelijkmatig verslijten. Gebruik gereedschap
met een rechte rand om te controleren op slijtage.
Zelfs als de slijtage normaal is, moet u de magneten
vervangen als er een gedeelte van de magneetspoel
zichtbaar is door het frictiemateriaal op het oppervlak
van de magneet. Vervang de magneten altijd in paren
(beide zijden van een as).
Bekleed bij het vervangen van de magneten ook de
trommelarmatuur opnieuw.
48