Figuur 48
Figuur 49
Figuur 50
Onderhoud
aandrijfsysteem
De banden en wielen
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1.
Controleer of de bandenspanning 1,72 bar is
in banden van 84 cm en 2,07 bar in banden
van 81 cm, of volg de aanbevelingen van de
fabrikant.
2.
Controleer de banden op overmatige slijtage of
zichtbare schade.
g014132
3.
Controleer of de wielbouten goed zijn
vastgedraaid en of er geen bouten ontbreken.
Banden verwisselen
Een buitenband verwisselen
1.
Schakel de parkeerrem van de tractie-eenheid
in.
2.
Koppel eventuele optionele werktuigen los van
de machine.
3.
Verwijder al het materiaal uit de hopper.
4.
Plaats blokken tegen de banden aan de
tegenoverliggende kant van de beschadigde
band.
5.
Zet de 6 wielmoeren van de lekke band los,
maar verwijder ze niet.
g014133
6.
Krik de machine op of breng deze omhoog tot de
band vrijkomt van de grond, en zet kriksteunen
onder de machine.
Zorg dat de machine stabiel staat.
7.
Verwijder de losse wielmoeren en verwijder de
band.
8.
Vervang of herstel de beschadigde band.
9.
Plaats het wiel op de machine door
bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde
uit te voeren.
Opmerking:
gecentreerd op de naaf en of alle zes wielbouten
zijn vastgedraaid. Draai de bouten in een
kruislings patroon vast met een torsie van
135 N·m.
Een binnenband verwisselen
g014134
Belangrijk:
Laat de machine aangekoppeld op
de tractie-eenheid.
46
Controleer of het wiel is