Probleem
Verstuiver
Ongelijkmatige verstuiving
Geen oliedoorgang
Olie stroomt onmiddellijk bij
de start van de brandermotor
Vlamvoeler
reageert niet op de vlam
Vlamkop
sterke cokesaanslag
Spanningstoevoer
Signaallamp oranje/rood flikkerend
Signaallamp : rood/oranje flikkert 2x,
dan korte pauze
Signaallamp licht niet op na
warmtevraag door de ketelretelaar
Algemene werkingsproblemen
Startproblemen, brander start niet,
alhoewel ontsteking en olietoevoer,
geen vlamvorming
Signaallamp : groen flikkerend
Brander resp. verbranding sterk
pulserend of dreunend
Vlam haakt af na veiligheidstijd T
Opmerking Na correctie van de branderinstelling steeds
een verbrandingscontrole doorvoeren.
20
Oorzaak
boorgat gedeeltelijk verstopt
verstuiverfilter sterk vervuild
door te lang gebruik versleten
verstuiver verstopt
magneetventiel oliepomp ondicht
vlamvoeler defect
defecte verstuiver
verkeerde instelling
veranderde verbrandingslucht-
hoeveelheid
stookplaats niet voldoende verlucht
spanningstoevoer te laag < 170 V
interne zekering F7 is afgeschakeld
(hfst. 7.12)
spanningstoevoer te hoog > 260 V
geen spanning
verbrandingsmanager defect
verkeerde instelling van
de ontstekingselektrode
afstand tussen stuwschijf en
voorkant vlamkop te klein
te weinig controlestroom
(grenswaarden zie brandermanager
W-FM05 lichtsignalen van de signaallamp) controleren.
verkeerde instelling van de
menginrichting, afstand tussen
stuwschijf en voorkant van de
vlamkop te klein
verkeerde verstuiver
vlamvoeler vuil
S
vlamvoeler defect
Oplossing
verstuiver vervangen
verstuiver vervangen
verstuiver vervangen
verstuiver vervangen
oliepomp vervangen
vlamvoeler vervangen
verstuiver vervangen
instelmaten corrigeren
brander opnieuw afregelen
zorgen voor voldoende verluchting,
overeenkomstig de plaatselijke
voorschriften
externe spanningstoevoer
controleren
zekering vervangen (6,3A traag)
externe spanningstoevoer
controleren
spanningstoevoer controleren
verbrandingsmanager vervangen
instelling corrigeren
(zie hoofdstuk 7.4)
instelling controleren evtl. maat S1
vergroten (zie hfst. 7.5)
branderinstelling wat betreft
onstabiele en pulserende vlam
instelling van de menginrichting
controleren, evtl. maat S1 vergroten
(zie hfst. 7.5)
indien mogelijk een verstuiver met
net kleiner debiet kiezen en
tegelijkertijd de pompdruk verhogen.
Evtl. ander verstuiverfabrikaat
inzetten.
vlamvoeler reinigen
vlamvoeler vervangen