48
OPTIES
SMEERINRICHTING
VEILIGHEID
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de vuldop van de
smeerinrichting juist is vastgedraaid na het bijvullen met olie.
WAARSCHUWING: Onder geen beding mag u de olie voor de
smeerinrichting bijvullen of onderhoud aan de smeerinrichting
uitvoeren zonder er eerst zeker van te zijn dat de machine is
uitgeschakeld en het systeem niet meer onder druk staat
(raadpleeg DE UNIT TOT STILSTAND BRENGEN in het
hoofdstuk BEDIENINGSINSTRUCTIES van dit handboek).
LET OP: Als de nylonbuizen naar de smeerinrichting zijn ontkoppeld,
dient u ervoor te zorgen dat elk buisje opnieuw op zijn oorspronkelijke
locatie wordt aangesloten.
ALGEMENE INFORMATIE
Oliecapaciteit:
Raadpleeg
Oliespecificatie:
Gereedschapsfabrikant.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
BEDRIJFSGEREED MAKEN
Controleer het oliepeil van de smeerinrichting en vul indien nodig.
VÓÓR INBEDRIJFSTELLING
Controleer het oliepeil van de smeerinrichting en vul indien nodig.
ONDERHOUD
Controleer het oliepeil van de smeerinrichting en vul indien nodig bij.
OPSPOREN VAN STORINGEN
STORING
OORZAAK
Er stroomt
Verkeerde
geen olie.
aansluiting.
OVERBELASTINGSAFSLUITER
(CHALWYN)
ONDERHOUD
Driemaandelijks:
1) de inlaatleidingen ontkoppelen en de klep losmaken van alle
steunbeugels, etc. om deze te verwijderen
2) inspecteren of de binnenkant van de afsluiter schoon is Indien nodig,
schoonmaken in paraffine of wasbenzine en de normale voorzorgen
in acht nemen. De afsluiter grondig drogen.
3) controleren op excessieve slijtage en of de klep vlot over zijn
volledige werkslag beweegt NIET SMEREN.
4) de klep opnieuw monteren Instelling van de klep controleren.
Opmerking: de aanbevolen termijn voor het routine onderhoud is drie
maanden Deze termijn hangt af van de werkingsomstandigheden van
de motor en kunnen in de praktijk vaak verschillen.
7/53
2 liter
de
handleiding
van
OPLOSSING
Draai de aansluitingen van de
nylonbuizen naar de
smeerinrichting om.
AFSTELLING
Zodra de Chalwyn klep is aangebracht, dient de afstelling voor de
overtoerentaluitschakeling worden uitgevoerd met behulp van de
stelschroef en borgmoer. Door de stelschroef rechtsom te draaien zal
het motortoerental waarop automatische uitschakeling optreed,
worden verhoogd.
1) Start de motor. Voer het toerental geleidelijk op. Noteer het toerental
waarop de uitschakeling gebeurt.
2) Verwijder de slang op de luchtinlaat naar de Chalwyn klep om de
stelschroef en borgmoer vrij te maken.
3) Draai de borgmoer los. Draai de stelschroef telkens één slag
rechtsom. Draai de borgmoer vast.
4) Monteer de inlaatslang naar de Chalwyn klep opnieuw.
5) Start de motor. Voer het toerental geleidelijk op. Noteer het toerental
waarop de uitschakeling gebeurt.
6) Herhaal de stappen "2" tot "5" hierboven tot de eerste instelwaarde
waarop de motor niet uitschakelt bij hoog stationair toerental. U hebt
dan de keuze om: A) De resultaten van de uitschakeltoerental versus
stelschroefinstelling als een kalibratiecontrole te gebruiken voor een
laatste afstelling om de vereiste instelling te bekomen (typisch 10% tot
de
15% hoger dan hoog stationair) of B) als geen uiterst nauwkeurige
instelling nodig is, kunt u de stelschroef nog een slag rechtsom draaien
om de uitschakeling boven hoog stationair toerental met een geschikte
marge te laten plaatsvinden. Tijdens het toepassen van deze
instellingsprocedure, kan de motor af en toe uitschakelen tijdens
normaal gebruik. Indien dit het geval is, dient de stelschroef nog een
halve slag rechtsom worden gedraaid.
7) Zorg ervoor dat de borgmoer van de stelschroef volledig is
vastgedraaid.
Opmerkingen:
Aangeblazen motors - bij het instellen van een klep op een
aangeblazen motor met de hiervoor vermelde methode, kan bij hoog
vermogen de motor uitschakelen bij een lager toerental dan eigenlijk
nodig is. Als dit het geval is, kan een extra fijne afstelling in stappen van
anderhalve slag rechtsom worden uitgevoerd tot het probleem zich niet
langer voordoet.
Geblokkeerde klep - als tijdens het afstellen van de klep, deze op zijn
klepzitting vastklemt, kunt u deze vrijgeven door RECHTSOM te
draaien (gezien vanuit de stelschroefzijde van de klep).
VONKENVANGER
ONDERHOUD
Dagelijks:
Controleer de vonkenvanger op aanwijzingen van gaslekken, barsten
of aanzienlijke beschadigingen zoals deuken van meer dan enkele
millimeters diep.
Driemaandelijks:
Verwijder de vonkenvanger. Tik met een rubberhamer om eventuele
interne afzetting los te maken en schud deze eruit. Tijdens het
schudden kunt u ook controleren op loszittende absorberplaten.
Zesmaandelijks (of na 1500 bedrijfsuren, welke eerst van
toepassing is):
In het donker de uitlaatgassen (afvoer) onderzoeken terwijl u de motor
herhaaldelijk belast en laat versnellen. Als er vonken zichtbaar zijn,
kan de vonkenvanger niet langer worden gebruikt.
Opmerking: Zorg voor voldoende verluchting als deze controle wordt
uitgevoerd in een gesloten ruimte.
Opmerking: De motor mag niet terug inbedrijf worden gesteld tot alle
problemen die door bovenstaande controles werden vastgesteld, zijn
verholpen.