Inhoudsopgave
Advertenties
Deel 7
7.1 Foutencodes
Weergegeven fout
ADC FOUT
LAMP FOUT
FLASH FOUT
7.2 Waarschuwingen
Waarschuwin
Weergegeven
gsnummer
waarschuwing
1
VREEMDLICHT
2
TEMP. TE HOOG
3
DATALOGGER VOL
4
EVENTLOGGER VOL
5
5V WAARSCH.
6
VIN WAARSCHUW.
7
LAMPENSPANNING
8
LAMPENSTROOM
UITGANG MODUS
9
10
AC UPDATE FAIL
Troubleshooting
Tabel 5 Foutencodes
Definitieve
De ADC is in storing. Probeert het cyclusvermogen. Wanneer het cyclusvermogen niet werkt,
de detector vervangen (Cat. Nr. 71221-00).
Storing van de lichtbron. Zie
vervangen.
Datalog en event log werken niet.
Tabel 6 Waarschuwingscodes
Definitie/resolutie
Donkere waarde detecteert teveel licht Sluit de SS7 en voer NUL ELECTR uit
(in het KALIBRATIE menu)
De temperatuur in de sensorkop is hoger dan gespecificeerd. Neem contact
op met de Technische Dienst. (> 70 °C)
De sensor data log is vol. Er worden geen bijkomende data gelogd tot de
sensor log naar het geheugen van de controller gedownload wordt.
De sensor data log is vol. Er worden geen bijkomende data gelogd tot de
sensor log naar het geheugen van de controller gedownload wordt.
De gecontroleerde spanning ligt buiten het bereik van 4.5–5.5 V.
De gecontroleerde ingangsspanning van het instrument van de sc100 bevindt
zich buiten 9.08–14.3 V. De kabels controleren. Verzeker dat slechts èèn SS7
sc op de sc100 aangesloten is. Indien een andere voeler aangesloten is dan
kan deze slechts 4 Watt trekken.
De gecontroleerde spanning ligt buiten het bereik van 3.96–4.48 V.
De gecontroleerde stroom ligt buiten het bereik van 1.67–2.75 Ampère.
Wordt geactiveerd wanneer de sensor niet in de normale meetmodus is
WAARS
(bijvoorbeeld in de kalibratie- of verificatiemodus).
De update van de toepassingscode is mislukt.
Fouten worden weergegeven door een knipperende meetwaarde en
een knipperend waarschuwingsicoontje. Fouten worden gedefinieerd
in
Tabel
5.
1.
Vanuit het Hoofdmenu, selecteer SONDE DIAGNOSE en bevestig.
2.
Wanneer verschillende sensores op de controller bevestigd zijn,
kies dan KIES SENSOR >SS7 SETUP en bevestig.
3.
Selecteer FOUTMELDINGEN en bevestig. Alle actieve fouten
worden weergegeven.
deel 6.4.1 op pagina 40
Waarschuwingen worden weergegeven door een knipperende
meetwaarde en een knipperend waarschuwingsicoontje.
Waarschuwingen worden gedefinieerd in
1.
Vanuit het Hoofdmenu, selecteer SENSOR DIAG en bevestig.
2.
Wanneer verschillende sensores op de controller bevestigd zijn,
kies dan KIES SENSOR>SS7 SETUP en bevestig.
3. Selecteer WAARSCHUWINGENLIJST en bevestig. Alle actieve
waarschuwingen worden weergegeven
voor de instructies om de lamp te
Tabel
6.
.
47
Advertenties
Inhoudsopgave
