Download Print deze pagina

Paneelbeschrijvingen; Bovenpaneel - Roland FP-E50 Referentiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor FP-E50:

Advertenties

Paneelbeschrijvingen

Bovenpaneel

Klank
(klaviergedeelte)
[One Touch Piano]
-knop
Gebruik dit als u alleen een pianoklank wilt
spelen.
Dit schakelt de klaviermodus naar "Single".
[Ambience]
-knop (*1)
Schakelt de ambience in/uit.
[Split/Dual]
-knop (*2)
Druk op de [Split/Dual]-knop om tussen de
instellingen te schakelen in de volgorde:
"Single" Ó "Split" Ó "Dual".
Split:
U kunt verschillende klanken spelen
in de linker- en rechtergebieden van een
opgegeven toets. U kunt bijvoorbeeld uw
linkerhand gebruiken om een basklank te
spelen en uw rechterhand om een pianoklank
te spelen.
Dual:
U kunt twee klanken gelijktijdig spelen
vanaf één toets.
Draaiwielen
U kunt effecten op de klanken toepassen.
[Wheel 1] [Wheel 2]
-draaiwiel
Deze werken als draaiwiel voor de toonverbuiging en de modulatie.
[Wheel Mode]
-knop (*1)
Als dit is ingeschakeld (de knop is opgelicht), kunt u de draaiwielen
gebruiken als toewijsbare controllers.
Phones-aansluitingen
Sluit hier uw hoofdtelefoon aan.
Ø "De hoofdtelefoon gebruiken" (p.
Ø
"De hoofdtelefoon gebruiken" (p. 7 7 ) )
Schuifregelaars
Gebruik de [Master Volume]-schuifregelaar om het algehele volume te regelen.
De individuele Level-schuifregelaars regelen de balans.
[Master Volume]
-schuifregelaar
Regelt het luidsprekervolume wanneer u
de luidsprekers van dit instrument gebruikt,
en ook het volume van de hoofdtelefoon
wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten.
[Keyboard]
Level
-schuifregelaar
Regelt het volume van wat u op het klavier
speelt.
[Accomp]
Level
-schuifregelaar
Regelt het volume van de automatische
begeleiding.
[Transpose]
-knop
Om de toonsoort in halve tonen te
transponeren, houdt u de [Transpose]-knop
ingedrukt en drukt u op de [Dec]- en [Inc]-
knoppen (alleen de noten die u op het klavier
speelt worden getransponeerd).
MEMO
U kunt de Transpose-instelling voor het klavier
ook wijzigen door de knop [Transpose] in te
drukken en op de noot te drukken die de tonica
(grondtoon) van de getransponeerde toets
zal zijn.
[Piano] [E.Piano] [Strings] [Organ/
Pad] [Other]
-knoppen
Gebruik deze knoppen om de klanken in elke
categorie te selecteren.
[Favorite]
-knop
Roept uw favoriete klanken op.
Houd de knop lang ingedrukt om het scherm
voor het registreren van de favorieten te
openen.
Scene
[Scene]
Slaat de klank- en uitvoeringsgerelateerde
instellingen op als een "scene".
Schakel tussen scenes om de instellingen
die u hebt opgeslagen snel op te roepen.
Als u de scene opslaat, houdt u de [Scene]-
knop lang ingedrukt.
Raadpleeg "Een scene bewerken
(Scene Edit)" (p. 26) voor de instellingen
die in elke scene zijn opgeslagen.
[Song]
Level
-schuifregelaar
Regelt het volume van de nummerspeler.
[Mic]
Level
-schuifregelaar
Regelt het volume van de microfoon
(Mic Input-aansluiting).
Accompaniment
(begeleidingsgedeelte)
[Accomp On]
-knop (*1)
Schakelt het begeleidingsgedeelte in/uit,
behalve de drums.
Als u dit uitschakelt, wordt het hele
begeleidingsgedeelte gedempt, behalve
de drums.
[Interactive On]
-knop (*1)
Schakelt de interactieve functie in en uit
(p. 35).
[Select]
Chord Sequencer
-knop
Selecteert het
akkoordprogressiepatroonnummer voor de
akkoordsequencer.
* Houd de [Select]-knop van de
akkoordsequencer lang ingedrukt om het
Chord Pattern View-scherm te openen.
[On]
Chord Sequencer
-knop (*1)
Hiermee schakelt u de akkoordsequencer
in en uit.
Als dit is ingeschakeld, wordt de
automatische begeleiding afgespeeld
volgens het akkoordpatroon, zelfs als u het
klavier niet gebruikt om een akkoord te
specificeren.
-knop
Basisbedieningen
[Dec] [Inc]
-knoppen
Hiermee wijzigt u de waarden. Houd de
knoppen ingedrukt om de waarde continu
te wijzigen.
Druk bij het continu wijzigen van de waarde
op de andere knop om de waarde snel te
wijzigen.
Druk de twee knoppen tegelijk in om terug te
gaan naar de beginwaarde.
[ ä ä ] [ å å ] [ ç ç ] [ æ æ ]
-knoppen
Verplaatst de cursor. Houd de knoppen
ingedrukt om de cursor continu te
verplaatsen.
Druk op een andere van deze knoppen terwijl
u de cursor continu beweegt om de cursor
snel te laten bewegen.
*1 Houd de knop lang ingedrukt om naar het instellingenscherm te gaan.
*2 Druk lang op de [Split/Dual]-knop wanneer de [Split/Dual]-knop brandt om over te schakelen
naar het instellingenscherm.
9
9
[Start/Stop]
-knop
Start/stopt de automatische begeleiding.
[Sync Start]
-knop
De automatische begeleiding begint op
hetzelfde moment dat u op het klavier begint
te spelen.
[Variation 1] [Variation 2]
-knop
Wijzigt de sfeer van de begeleiding.
Variation 1:
speelt een meer ontspannen
begeleiding.
Variation 2:
speelt een meer levendige
begeleiding.
[Intro/Ending]
-knop
Terwijl de akkoordsequencer is gestopt, drukt
u op de [Intro/Ending]-knop om de intro
te laten spelen wanneer de automatische
begeleiding begint.
Als u op deze knop drukt terwijl u het klavier
bespeelt, speelt de automatische begeleiding
het einde en stopt dan.
Display
Geeft informatie weer zoals de
klanknaam, de stijlnaam, het tempo en de
maataanduiding.
[Enter]
-knop
Bevestigt de bewerking.
Als de cursor op "Tone" of "Style" staat in het
Tone-scherm, drukt u op de [Enter]-knop om
het lijstscherm te openen.
[Exit]
-knop
Annuleert de bewerking.
Deze knop wordt ook gebruikt bij het
verlaten van een scherm of het sluiten van
een venster.

Advertenties

loading