De akkoordsequencer gebruiken
Het akkoordpatroon controleren
(Chord Pattern View-scherm)
U kunt de inhoud van de akkoordpatronen controleren op het Chord
Pattern View-scherm.
1.
Houd de Chord Sequencer [Select]-knop lang
ingedrukt .
Het Chord Pattern View-scherm verschijnt.
Druk op de [Dec]- en [Inc]-knoppen om het aantal getoonde maten te
wijzigen.
U kunt de [Dec]- [Inc]-knoppen gebruiken om in en uit te zoomen op het
scherm.
Terwijl de akkoordsequencer is gestopt, kunt u de knoppen [ ä ] [ å ] [ ç ] [ æ ]
gebruiken om de positie te verplaatsen.
MEMO
Druk in dit scherm op de [Enter]-knop om het bewerkingsmenu weer te
geven.
Raadpleeg "Een akkoordpatroon bewerken (Bewerkingsmenu)" (p. 39)
voor meer informatie.
2.
Druk op de [Exit]-knop om terug te keren naar het
vorige scherm .
Een akkoordpatroon afspelen vanaf een
specifieke maat
1.
Terwijl de akkoordsequencer is gestopt, kunt u de
knoppen [ ä ä ] [ å å ] [ ç ç ] [ æ æ ] gebruiken om de gewenste
positie te selecteren .
Om de maat waar het afspelen start terug te zetten naar het begin, houdt
u de [Start/Stop]-knop lang ingedrukt. Dit werkt tijdens het afspelen of
wanneer de akkoordsequencer is gestopt.
2.
Speel het akkoordpatroon .
Een akkoordpatroon bewerken
(Bewerkingsmenu)
1.
Houd de Chord Sequencer [Select]-knop lang
ingedrukt .
Het Chord Pattern View-scherm verschijnt.
2.
Druk op de [Enter]-knop .
Het bewerkingsmenu verschijnt.
Gebruik de [ ä ä ] [ å å ]-knoppen om een item te selecteren
3.
en druk op de [Enter]-knop .
Item
(bewerkingsmenu)
Write
(Chord Pattern Write)
Chord
(Chord Edit)
Variation
(Variation Edit)
Intro/Ending/Loop
Undo/Redo
Measure
Transpose
Initialize Pattern
Een akkoordpatroon opslaan
(Chord Pattern Write)
1.
Gebruik het bewerkingsmenu om "Write" te selecteren
en druk vervolgens op de [Enter]-knop .
Het Chord Pattern Write-scherm verschijnt.
39
39
Uitleg
Slaat het akkoordpatroon op als een
gebruikerspatroon.
Configureert de akkoordgerelateerde
instellingen.
Stelt de variatie en het activiteitsniveau in.
Stelt de intro-, eind- en lusgerelateerde
instellingen in.
Maakt de zojuist gemaakte bewerking
ongedaan en keert terug naar de vorige
toestand.
Configureert de maatgerelateerde
instellingen.
Stelt de transpositie in.
Initialiseert het patroon.