03 AUDIO EN MEDIA
Externe audiobron via AUX/USB*-
ingang aansluiten
Via een van de aansluitingen in de midden-
console is het mogelijk een externe audiobron
®
(zoals een iPod
of mp3-speler) aan te sluiten
op het audiosysteem.
03
Aansluitingspunten voor externe audiobronnen.
audiobron aansluiten:
1. Druk in de normaalweergave van de
mediabron op MEDIA, draai aan TUNE
totdat u de gewenste audiobron
iPod
of
AUX
bereikt en druk op OK/
MENU.
> Als u USB kiest, verschijnt
aansluiten
op het beeldscherm.
2. Sluit uw audiobron aan op een van de
aansluitingen in het opbergvak van de
middenconsole (zie voorgaande afbeel-
ding).
*
50
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
USB wordt gelezen
De tekst
het beeldscherm, terwijl het systeem de
bestanden op het opslagmedium inleest.
Afhankelijk van de bestandsstructuur en het
aantal bestanden kan het enige tijd duren
voordat alles ingelezen is.
N.B.
Het systeem biedt ondersteuning voor de
®
meeste iPod
gemaakt zijn.
N.B.
Om schade tegen te gaan wordt de USB-
aansluiting gedeactiveerd bij kortsluiting of
als een aangesloten USB-eenheid te veel
stroom afneemt (dit is mogelijk als de aan-
gesloten eenheid niet aan de USB-stan-
daard voldoet). Als de volgende keer dat u
het contact inschakelt, blijkt dat de storing
verdwenen is, wordt de USB-aansluiting
automatisch opnieuw geactiveerd.
Gerelateerde informatie
USB
,
•
Externe audiobron via AUX/USB*-ingang
(p. 48)
•
Afspelen en navigeren bij externe audio-
USB
bron* (p. 50)
verschijnt op
-modellen die in 2005 of later
Afspelen en navigeren bij externe
audiobron*
Afspelen en navigeren bij externe audio-
bron
17
.
Voor elementaire informatie over weergave-
en navigatiefuncties, zie Systeembediening
(p. 22). Hier volgt een gedetailleerde beschrij-
ving.
Audiobestanden hebben het symbool
videobestanden* hebben het symbool
en mappen hebben het symbool
Zie Compatibele bestandsformaten, (p. 47)
voor informatie over de bestandsformaten die
de mediaspeler ondersteunt.
Wanneer het afspelen van een bestand klaar
is, worden de andere bestanden (van het-
zelfde type) in de actuele map afgespeeld. Er
wordt automatisch van map gewisseld
wanneer alle bestanden in een de actuele
map afgespeeld zijn. Het systeem registreert
automatisch of er een eenheid met alleen
audiobestanden of alleen videobestanden op
de USB-aansluiting wordt aangesloten, past
de instellingen aan en speelt de bestanden
vervolgens af. Het systeem past de instelling
echter niet aan, als er een eenheid met een
mix van audio- en videobestanden op de
USB-aansluiting wordt aangesloten maar blijft
in dat geval het voorgaande bestandtype
afspelen.
,
.
18
,