Configuratiehandleiding
Voorstelling van de
[A]
geselecteerde kast
vanbinnen
Gedetecteerde interne
[B]
module
[C]
Lege positie
Adres en revisie van de
[D]
firmware van de
gedetecteerde module
Voorstelling van de hele
[E]
centrale
Voorstelling van de
[F]
geselecteerde kast
Toets om de wijzigingen
in te stellen of om te
[G]
verlaten zonder
wijzigingen
Als u in de afbeelding in het midden ([E]) een van de kasten selecteert waaruit de centrale is samengesteld, dan wordt die
zowel aan de linkerkant voorgesteld ([A]), waar de geïnstalleerde interne IFM-modules worden weergegeven met hun
adressen en revisies van de firmware, als aan de rechterkant ([F]), waar de geïnstalleerde externe FPM-modules worden
weergegeven. Via deze secties heeft men toegang tot de configuratie van elke module door het icoon aan te raken dat
deze module voorstelt.
2.4
Adressering van de IFM- en FPM-modules
Om ervoor te zorgen dat de centrale elke module op eenduidige wijze
identificeert, moet men aan elke module een adres toekennen. Modules van
een ander type kunnen hetzelfde adres hebben, modules van hetzelfde type
moeten onderling verschillende adressen hebben.
Om een adres aan een module toe te kennen, moet men die selecteren
door de sectie waartoe die behoort aan te raken (links [A] voor de interne
IFM-modules en rechts [F] voor de FPM-modules vooraan).
In het venster dat wordt geopend ([H]) kiest u het gewenste adres in het
vakje "Adres", vervolgens drukt u op Instellen.
Nota:
Adressen met een numerieke waarde hoger dan het maximumaantal modules dat door de centrale
wordt ondersteund, zijn ongeldig.
Hierna volgt een tabel met de toegelaten adressen voor elk type:
FPM-module
FPMLED
FPMLEDPRN
FPMEXT
Configuratie
A
B
B
C
C
C
C
B
C
Adres
Maximu
maantal
van
tot
7
1
7
1
/
5
1
5
D
D
D
H
Maximu
IFM-module
maantal
IFM24160
4
IFM2L
8
IFM4R
16
IFM4IO
16
IFMDIAL
1
IFM16IO
4
IFMNET
1
IFMLAN
1
IFMEXT
24
F
E
G
Adres
van
tot
1
4
1
8
1
16
1
16
/
1
4
/
/
1
24
9