Configuratiehandleiding
2.7
Verwerving van de loopinrichtingen (IFM2L)
De handelingen voor het configureren van de IFM2L-netwerkmodules impliceren de configuratie van de inrichtingen die
op de loops zijn aangesloten.
Wanneer u de module selecteert uit de sectie van de kast vanbinnen (paragraaf 2.1 Toegang tot de programmering, [A]),
heeft u toegang tot de configuratie die, naast de drukknop voor de adreswijziging bovenaan, twee identieke secties bevat
voor elk van de twee loops die worden beheerd (verbonden op de aansluitklemmen Loop-A en Loop-B). Dit document
beschrijft de configuratiesequentie van één enkele loop, en veronderstelt dat de handelingen voor elk van de twee loops
worden herhaald.
B
C
D
E
F
H
I
K
[A]
[B]
Sectie links voor de loop aangesloten op de aansluitklemmen Loop-A, rechts voor de loop aangesloten op de
[C]
Configuratie
A
B
C
D
E
C
G
J
J
Toets voor toegang tot de sectie voor de adressering van de IFM2L-module (paragraaf 2.4
Secties met menu voor configuratie van de afzonderlijke loops.
aansluitklemmen Loop-B.
Toets voor toegang tot de sectie voor de diagnose van de loop.
E
L
M
N
O
O
Adressering van de IFM- en FPM-modules).
N
L
M
C
11