Inhoudsopgave
Advertenties
Configuratiehandleiding
[O]
2.8
Instelling van de uitgewerkte configuratie
Wanneer de handelingen beschreven in de vorige paragrafen zijn uitgevoerd, moet u de opgestelde configuratie in het
geheugen van de centrale opslaan. Hiertoe drukt u op de toets "Instellen" in het configuratiescherm (paragraaf 2.3 - [G]).
Een voortgangsbalk geeft de bevestiging weer dat het opslaan van gegevens wordt uitgevoerd.
Als alle adressen een geldig adres hebben gekregen, is het icoon van de configuratiestatus op het einde van
deze handeling groen. Een volgende wijziging van de hardwareconfiguratie (bijvoorbeeld het verdwijnen van
een module of de toevoeging van een nieuwe module) doet dit icoon opnieuw geel worden, om aan te
geven dat de configuratie van de centrale verschilt van de opgeslagen configuratie.
2.9
Controle van signaleringen en defecten opsporen
Wanneer de configuratie is ingesteld, evalueert de centrale de status van de inrichtingen en van de aansluitklemmen voor
ingang/uitgang.
Eventuele defecten op deze voorwerpen worden op het display weergegeven. In dat geval moet men de oorzaken van
het defect wegnemen zodat het rustscherm terugkeert, zonder defectsignaleringen (raadpleeg de installatiehandleiding
van het Previdia Max-systeel).
2.10
Fabrieksgegevens
Via de knop Fabrieks instelling van het programmeermenu (paragraaf
2.1) kan men de centrale op de fabrieksinstellingen terugzetten,
waardoor alle configuratiegegevens worden gewist.
In plaats van via de knop op het display kunt u de fabrieksgegevens ook
herstellen via de beschikbare knoppen aan de rugzijde van de FPMCPU-
module vooraan. Houd de knop "Factory" [A] ingedrukt en druk dan op
de "Reset"-knop [B] en laat die weer los.
Na de bevestiging van de aanvraag om de fabrieksgegevens terug te
zetten, verschijnt een scherm waar u de taal gebruikt door de centrale
kunt selecteren.
Een voortgangsbalk geeft de bevestiging weer dat het terugzetten van
gegevens wordt uitgevoerd.
2.11
Instelling van datum en uur
Voer de instelling van de datum en het uur uit door het kader met de datum en het uur in de hoek rechts onderaan van
het display te selecteren; na het invoeren van een toegangscode met supervisor- of installateurrechten stelt u de
afzonderlijke velden in met behulp van de pijltjes.
Configuratie
Toets om naar een sectie te gaan waar u een specifiek adres kunt selecteren en een inrichting
handmatig kunt wijzigen, verwijderen of toevoegen.
Naast de lijst van de inrichtingen waaruit de loop bestaat, zijn de volgende toetsen beschikbaar om
de inrichting te bewerken die u via aanraking selecteert:
- Verwijderen: toets om de geselecteerde inrichting te verwijderen.
- Toevoegen/wijzigen: toets om een inrichting handmatig te wijzigen of toe te voegen.
Na het aansluiten van de nieuwe inrichting of nadat de inrichting is vervangen, selecteert u het
adres waar de wijziging werd uitgevoerd of waar u de nieuwe inrichting wenst toe te voegen;
vervolgens drukt u op de knop Toevoegen/wijzigen.
In geval van een Inim-protocol moet u het serienummer van de nieuwe inrichting invoeren.
- Programmeer: toets die toegang verstrekt tot een sectie waar u bepaalde opties van de
inrichting kunt wijzigen.
Na deze handeling communiceert de centrale met de nieuwe inrichting. Het verschijnen van het
gedetecteerde type inrichting is de bevestiging dat die effectief werd gedetecteerd.
Toets om naar de vorige sectie terug te keren
Pijltoetsen
A
B
13
Advertenties
Inhoudsopgave
