• Wanneer u de CONSTANT POWER functie activeert, zult u de WATT
waarde veranderen in plaats van het weerstandsniveau.
• Alleen wanneer uw hartslag tijdens het trainen hoger komt dan de
Target Heart Rate (hartslag waarop u dient te trainen), zal het PULSE
lampje beginnen te knipperen.
5. Nadat u alle functies heeft ingesteld, kunt u op de START knop drukken
om te beginnen met trainen.
User programma (user 1, user 2, user 3 en user 4)
1. Druk op de STOP knop indien een ander programma geactiveerd is.
2. Er zijn 2 manieren om een USER programma te selecteren:
A. Indien u een USER programma selecteert met behulp van de Quick
program knop, kunt u de Quick program knop nogmaals intoetsen om
te kiezen uit USER 1 t/m USER 4.
B. Indien u een USER programma heeft gekozen m.b.v. de UP/DOWN
knoppen, kunt u de ENTER knop gebruiken om te kiezen uit USER 1
t/m USER 4.
3. Wanneer u eenmaal het gewenste USER programma geselecteerd
heeft, kunt u direct beginnen met trainen door op de START knop te
drukken.
4. In het USER programma kunt u uw eigen programma samenstellen.
Om een programma instelling te wijzigen kunt u, voordat u op de
START knop drukt, eerst op de ENTER knop drukken. U kunt op de
ENTER knop drukken om elke individuele waarde in te gaan stellen.
Wanneer u klaar bent met het instellen van een functie, kunt u op de
ENTER knop drukken om dit te bevestigen en de volgende functie in te
stellen. De volgorde van de functies is als volgt:
Interval stelt elke kolom op het hoofdscherm voor. Er zijn in totaal 30
intervallen. Alle 30 intervallen duren even lang. De tijd van elke
interval is te berekenen door de totale trainingstijd te delen door 30.
Wanneer u de standaardtijd wijzigt, zal de intervaltijd de nieuw