6.
De telescooparm kan niet ingeschoven worden
a.
Zijn er hindernissen voor de hoogwerker?
b.
Bevindt zich de sleutelschakelaar (2) in de juiste positie?
c.
De spanning controleren, eventueel noodstop in- en uitschakelen.
d.
Werd het contact voor kettingbreuk E16 geactiveerd?
7.
De hoogwerker kan niet naar rechts of links gedraaid worden
a.
Zijn er hindernissen voor de hoogwerker?
b.
Werden D1 en D2 geactiveerd?
Kan de hoogwerker naar rechts maar niet naar links draaien, dan ten minst 90°
naar rechts draaien en terug naar links. (De hoogwerker had de uiterste positie
bereikt)
8.
De werkingsduur van de accu is te kort (Type 2300 EXB)
De accu, zoals onder "onderhoud van de accu" blad. 34 beschreven, controleren.
9.
De acculader laadt niet (Type 2300 EXB)
Volgende punten controleren:
a.
Is de acculader aan het 230 V –net aangesloten?
b.
Is de acculader juist met de accu verbonden?
10.
De controlelampjes voor het opstellen van de hoogwerker werken niet doelmatig
a.
De rode controlelampjes (8b) gaan nicht aan.
Bevindt zich de sleutelschakelaar (2) in de positie steunbenen (2a)?
Is een noodstop (S1) of (S101) actief?
b.
De rode controlelampjes (8b) gaan niet uit.
Zijn E1, E2, E3 en E4 actief?
c.
De groene controlelampjes (8a) gaan nicht aan.
Is de korf meer dan ± 10° geneigd?
Is een noodstop (S1) of (S101) actief?
Is de spanning van de accu in orde (alleen 2300 EXB)
- 39 -