2.
Onderhoud en controles
2.1
Dagelijks
2.1.1 Controle van de veiligheidsvoorzieningen
OPGELET! Door verkeerde schakeling kunnen onopzettelijke bewegingen optreden.
- Gevaar! Alle E, S en VA nummers wijzen op het elektrische schema.
Eindschakelaar E16 controleren. Wanneer E16 bediend wordt, mag de hoogwerker niet
in werking kunnen gezet worden.
Eindschakelaar D1 controleren. Wanneer D1 bediend wordt, mag het draaien naar
rechts niet mogelijk zijn.
Eindschakelaar D2 controleren. Wanneer D2 bediend wordt, mag het draaien naar
links niet mogelijk zijn.
Eindschakelaars E1, E2, E3 en E4 controleren. Indien de steunbenen bij het opstellen
van de hoogwerker niet volledig beneden zijn, lichten een of meerdere van de 4 rode
controlelampjes (8b) voor de steunbenen oplichten. Alle bewegingen moeten
uitgeschakeld zijn, wanneer de sleutelschakelaar (2) in positie hoogwerker (2c)
geplaatst wordt.
Eindschakelaars E41 controleren. Indien E41 bediend wordt, mag het niet mogelijk zijn,
de steunbenen te bedienen.
- 20 -