5.
Veiligheidsgordel
6.
Storing
Bij storing in de werking kan de hoogwerker met de noodstopschakelaars uitgeschakeld
worden. Bij verkeerde bediening van de des noodstopschakelaar is het mogelijk,
door draaien van de schakelaar de noodstop te ontgrendelen.
7.
Verdere aanwijzingen
De functies van de hoogwerker moeten dagelijks gecontroleerd worden.
(Zie bladzijde 19 onderhoud)
De gebruiker zou zich over alle functies zorgvuldig informeren en zich ook met
volgende punten vertrouwd maken:
=
Noodstop
=
Ventiel voor het noodzakken
=
Handbediening van de draai-inrichting, de telescoop en de korffuncties
=
Draaistop
=
Zakken bij lage spanning
De gebruiker zou ook bij plots voorkomende geluiden onmiddellijk reageren en met de
dienst naverkoop contact opnemen, indien hij denkt, het zou een storing aankondigen.
8.
Beveiliging na het gebruik
Na het gebruik van de hoogwerker moet deze tegen onbevoegd gebruik verzekerd
worden. De sleutelschakelaar (2) uitschakelen en de sleutel afnemen.
- 17 -
De hoogwerker is voor het gebruik
met een veiligheidsgordel voorzien.
Indien een veiligheidsgordel gebruikt
wordt, zou men die aan de korf
bevestigen.