Snelkiescodes en sneltoetsen instellen
De snelkiescodes met de nummers 110 worden tevens gekoppeld
aan de overeenkomstige sneltoetsen op het bedieningspaneel. De
sneltoetsen kunnen worden gebruikt voor snelkiescodes of
groepkiescodes. U kunt alle codes programmeren als snelkiescodes.
U kunt maximaal 50 tekens invoeren per faxnummer.
Tip
Snelkiescodes en sneltoetsen kunnen gemakkelijker worden ingesteld
via de software.
Sneltoetsen en snelkiescodes instellen
1
2
3
4
5
6
Opmerking
Bij het invoeren van een faxnummer kunt u een komma invoeren voor
een pauze. Gebruik de letter R wanneer u wilt dat het apparaat op
een kiestoon wacht en de letter W wanneer u wilt dat het op een
hookflash wacht.
7
8
DU
Druk op
E
/M
NTER
ENU
Druk op de
<
of de
vervolgens op
E
NTER
Druk op
E
/M
NTER
ENU
Druk op
E
/M
NTER
ENU
Druk op
E
/M
NTER
ENU
Voer met behulp van de numerieke toetsen het nummer in van de
snelkiescode die u met dit faxnummer wilt verbinden en druk op
E
/M
. Als u de nummers 1 tot 110 kiest, wordt het
NTER
ENU
faxnummer eveneens gekoppeld aan de overeenkomstige
sneltoets.
Voer het faxnummer in met behulp van de numerieke toetsen.
Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke
nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode
voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of
een kengetal voor internationaal bellen.
Druk op
E
/M
NTER
ENU
Geavanceerde faxverzendfuncties en -instellingen 73
.
>
toets om
FAXSETUP
/M
.
ENU
om
SNELKIEZEN
om
INDIVIDUELE SETUP
om
INDIVIDUEEL TOEV.
.
te selecteren en druk
te selecteren.
te selecteren.
te selecteren.