Foutcorrectie instellen
Normaalgesproken controleert het apparaat het signaal op de
telefoonlijn wanneer een fax wordt verzonden of ontvangen. Wanneer
het apparaat een foutsignaal detecteert tijdens de transmissie en de
instelling Foutcorrectie is ingeschakeld, kan het apparaat verzoeken
om een gedeelte van de fax opnieuw te verzenden.
De fabrieksinstelling van deze functie is Aan. Verander deze instelling
alleen als u problemen hebt met het verzenden of ontvangen van een
fax en fouten tijdens de transmissie wilt accepteren. U kunt deze
functie bijvoorbeeld uitschakelen wanneer u een fax wilt verzenden
naar het buitenland of via een satellietverbinding.
Foutcorrectie instellen
1
2
3
4
5
102 Hoofdstuk 4 - Faxen
Druk op
E
/M
NTER
ENU
Druk op de
<
of de
vervolgens op
E
NTER
Druk op
<
of de
>
toets om
vervolgens op
E
NTER
Druk op de
<
of de
druk vervolgens op
Druk op de
<
of de
vervolgens op
E
NTER
.
>
toets om
FAXSETUP
/M
.
ENU
ALLE FAXEN
/M
.
ENU
>
toets om
FOUTCORRECTIE
E
/M
.
NTER
ENU
>
toets om
of
AAN
UIT
/M
om uw selectie op te slaan.
ENU
te selecteren en druk
te selecteren en druk
te selecteren en
te selecteren en druk
DU