LaCie 5big Network
Gebruikershandleiding
5.3. RAID 5
Bij RAID 5 worden gegevens gestriped over alle schijven (minimum
drie) en wordt een pariteitsblok voor elk gegevensblok geschreven
(P in het
Afb.
85) op dezelfde stripe.
Als er één fysieke schijf defect is, kunnen de gegevens van de defec-
te schijf worden gereconstrueerd op een vervangingsschijf. Er gaan
geen gegevens verloren in het geval van een enkele schijfstoring
maar als een tweede schijf een defect vertoont voordat de gegevens
kunnen worden gereconstrueerd op een vervangingsschijf, gaan
alle gegevens in de array verloren.
Toepassingen
RAID 5 combineert gegevensveiligheid met een efficiënt gebruik van
schijfruimte. Schijfstoring zorgt niet voor een serviceonderbreking
omdat de gegevens worden gelezen van pariteitsblokken. RAID 5
is handig voor archiveringsdoeleinden en voor personen die presta-
ties en permanente toegang tot hun gegevens nodig hebben, zoals
videobewerkers.
Hoe RAID 5-capaciteit wordt berekend
Elke schijf in een RAID 5-systeem dient dezelfde capaciteit te heb-
ben.
De opslagcapaciteit in een RAID 5-configuratie wordt berekend
door het aantal schijven te verminderen met één en dan te verme-
nigvuldigen met de schijfcapaciteit, oftewel
C = (n-1)*d
waarbij:
C = beschikbare capaciteit
n = aantal schijven
d = schijfcapaciteit
Voorbeeld: in een RAID 5-array met vier schijven van elk 1.000 GB
bedraagt de totale capaciteit van de array 3,000GB.
C = (4-1)*1000
RAID 5
A1
A2
A2
B1
B2
B2
C1
Cp
C2
D1
Dp
D1
Ep
E1
Disk 1
Disk 2
Afb. 85
RAID en drives
pagina 52
A3
A3
A4
Ap
Bp
B3
Bp
B3
B4
C2
Cp
C3
C3
C4
D2
D2
D3
D3
D4
E2
E3
E4
Disk 3
Disk 4
Disk 5