HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN CONTROLELAMPJES VAN DE MACHINE
HOOFDSTUK 3. BEDIENINGSELEMENTEN EN CONTROLELAMPJES VAN DE MACHINE
3.1
ALGEMEEN
DE FABRIKANT HEEFT GEEN RECHTSTREEKS TOEZICHT OP DE TOE-
PASSING EN BEDIENING VAN DE MACHINE. DE GEBRUIKER EN MACHI-
NIST ZIJN VERANTWOORDELIJK VOOR HET VOLGEN VAN GOEDE
VEILIGHEIDSPROCEDURES.
Dit hoofdstuk geeft de nodige informatie om de bedienings-
functies te kunnen begrijpen.
3.2
BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS
Grondbedieningsstation
BEDIEN DE MACHINE NIET VANAF HET GRONDBEDIENINGSSTATION
TERWIJL ER PERSONEN OP HET PLATFORM ZIJN, BEHALVE IN NOOD-
GEVALLEN.
OPMERKING: Wanneer de machine wordt uitgeschakeld, moet
de noodstopschakelaar op het grondbedienings-
station op UIT worden gezet om te voorkomen dat
de accu's worden uitgeput.
1. Voeding/noodstop
Een rode, paddenstoelvormige knop met twee standen
3122584
die voeding aan de keuzeschakelaar Platform/Grond
levert wanneer deze uitgetrokken is (aanstaat). Wanneer
deze ingedrukt is (uitstaat), is de voeding naar de keu-
zeschakelaar Platform/Grond uitgeschakeld.
2. Keuzeschakelaar Platform/Grond
Een sleutelschakelaar met drie standen die voeding aan
de bedieningsconsole op het platform levert wanneer
deze op Platform staat. Wanneer de sleutel op de stand
Grond wordt gehouden, is de voeding naar het platform
uitgeschakeld en kan alleen het grondbedieningsstation
worden gebruikt.
OPMERKING: Wanneer de keuzeschakelaar Platform/Grond in de
3. Heffen/Neerlaten
Een momentschakelaar met drie standen brengt het
platform omhoog en omlaag wanneer deze in de betref-
fende stand wordt gezet.
4. Generatorstartschakelaar (optioneel)
Een drukknop (momentschakelaar) om de optionele
generator handmatig te starten.
– JLG Hoogwerker –
middelste stand staat, is de voeding naar beide
bedieningsstations uitgeschakeld.
3-1