HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE
Machine gereedmaken voor bedrijf
Grondnoodbedieningsstation
1. Zet de sleutelschakelaar op grondbediening.
2. Trek de noodstopschakelaar naar de stand AAN.
3. Controleer de werking van de schaarbeschermkooi.
Platformbedieningskast
1. Zorg ervoor dat de bedieningskast is aangesloten op
het platform.
2. Voer alle controles vóór het werk uit:
• Controleer alle functies
• Met de machine mag niet kunnen worden gereden bij
uitgeschoven stempels.
• Controleer alle afslagschakelaars.
• Controleer de NOODSTOPKNOP .
• Controleer het automatische rechtzetsysteem.
ALS DE MACHINE NIET GOED WERKT, MOET DEZE ONMIDDELLIJK
WORDEN UITGEZET! MELD HET PROBLEEM AAN HET BETREFFENDE
3122584
ONDERHOUDSPERSONEEL. BEDIEN DE MACHINE PAS WANNEER HIJ
HIERVOOR VEILIG IS VERKLAARD.
Functiecontrole
Voer de functiecontrole als volgt uit:
1. Vanaf het grondnoodbedieningspaneel zonder lading
op het platform:
a. Controleer of het platform op juiste wijze omhoog-
b. Controleer het handbediend dalen.
c. Verzeker u ervan dat alle machinefuncties uitge-
OPMERKING: Zorg ervoor dat de platformverlenging wordt inge-
2. Vanaf de platformbedieningsconsole:
a. Verzeker u ervan dat de bedieningsconsole stevig
b. Controleer of alle beschermkappen voor de functie-
– JLG Hoogwerker –
en omlaaggaat.
schakeld worden wanneer de noodstopknop geac-
tiveerd wordt.
schoven voordat het platform wordt neergelaten.
op de juiste plaats vastzit.
schakelaars zijn aangebracht.
2-5