Bougies verwijderen
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht
totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
3. Maak de bougiekabels los van de bougies (Fig. 30).
1
Figuur 30
1. Bougiekabel/bougie
4. Maak de omgeving van de bougie schoon om te
voorkomen dat er vuil in de motor komt, wat
beschadiging kan veroorzaken.
5. Verwijder de bougies en de metalen pakkingringen.
Bougies controleren
1. Bekijk de binnenkant van de bougies (Fig. 31). Als de
isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar
behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal
op een vuil luchtfilter.
2
1
Figuur 31
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
Belangrijk
Bougies altijd vervangen bij zwarte laag
op de bougie, versleten elektroden, vettige laag op de
bougie of scheuren.
m–7453
3
0,75 mm
3. Elektrodenafstand (niet op
schaal weergegeven)
30
2. Controleer de afstand tussen de centrale elektrode en
de massa-elektrode (Fig. 31). Verbuig de massa-
elektrode (Fig. 31) om de juiste afstand in te stellen
indien dit nodig is.
Bougies monteren
1. Monteer de bougies en de metalen ring. Controleer of
de elektrodenafstand correct is.
2. Draai de bougies vast met een torsie van 22 Nm.
3. Sluit de bougiekabels aan op de bougies (Fig. 30).
Het koelsysteem reinigen
Verwijder voor elk gebruik gras en rommel van het
luchtinlaatrooster.
Controleer en reinig de koelribben en de uitlaatringen om
de 100 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode
moet worden aangehouden.
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht
totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
3. Verwijder de luchtinlaatroosters, de terugloopstarter en
het ventilatorhuis.
4. Verwijder rommel en gras van de machineonderdelen.
5. Monteer de luchtinlaatroosters, de terugloopstarter en
het ventilatorhuis.
3
1
Figuur 32
1. Luchtinlaatrooster
2. Ventilatorhuis
3. Terugloopstarter
5
2
4
m–7450
4. Bout
5. Moer