Aan de slag
Een SD-kaart plaatsen (GZ-MS250/GZ-
MS230)
Wanneer er een in de handel verkrijgbare SD-kaart wordt geplaatst, kun-
nen er verder opnamen worden gemaakt op de kaart wanneer de rester-
ende opnametijd op het interne geheugen is opgebruikt.
"Typen SD-kaarten die kunnen worden gebruikt" (A pag.14)
"Geschatte video-opnametijd" (A pag.41)
1
Sluit het LCD-scherm.
2
Open het slotdeksel.
3
Plaats een SD-kaart.
Breng ze aan met het etiket naar buiten gericht.
●
Waarschuwing
Let op dat u de kaart niet in de verkeerde richting plaatst.
●
Hierdoor kunnen het apparaat en de kaart beschadigd raken.
Schakel dit apparaat uit alvorens een kaart te plaatsen of te verwij-
●
deren.
Zorg bij het plaatsen van de kaart dat u het metalen contactopperv-
●
lak niet aanraakt.
OPMERKING:
Om te kunnen opnemen op de kaart, moeten de mediuminstellingen
●
worden geregeld.
Als er geen kaart beschikbaar is, stelt u de mediuminstellingen in
op "INTERN GEHEUGEN" om te kunnen opnemen.
"OPN. MEDIA V. VIDEO (GZ-MS250/GZ-MS230)" (A pag.103)
"OPN. MEDIA V. FOTO (GZ-MS250/GZ-MS230)" (A pag.104)
Om kaarten te gebruiken die gebruikt zijn geweest in andere apparat-
●
en, moeten u deze kaarten formatteren (initialiseren) met "SD-KAART
FORMATTEREN" via mediuminstellingen.
"SD-KAART FORMATTEREN" (A pag.105)
14
De kaart verwijderen
Druk de SD-kaart eenmaal naar binnen en trek ze vervolgens recht eruit.
Typen SD-kaarten die kunnen worden gebruikt
Op dit apparaat kunnen de volgende SD-kaarten worden gebruikt.
De camcorder is geschikt voor de SD-kaarten van de volgende merken.
Panasonic
●
TOSHIBA
●
SanDisk
●
ATP
●
SDHC-kaart
Gebruik een klasse 4- of hoger compatibele SDHC-kaart (4 GB tot 32
●
GB) voor video-opnamen.
SD-kaart
Dit apparaat ondersteunt SD-kaarten van 256 MB tot 2 GB.
●
OPMERKING:
Als u andere SD-kaarten (inclusief SDHC-kaarten) gebruikt dan de hi-
●
erboven vermelde, kan dit leiden tot mislukte opnamen of gegevens-
verlies.
Voor Klasse 4 en Klasse 6 wordt een minimale overdrachtssnelheid
●
van respectievelijk 4 MB/s en 6 MB/s gegarandeerd tijdens het lezen of
schrijven van gegevens.