GEBRUIKS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
Wielen verwisselen
De wielen moeten worden verwisseld wanneer:
•
de totale wieldiameter kleiner is dan die vermeld in de tabel met de technische gegevens;
•
er sporen van ongewone slijtage worden geconstateerd zoals sneden, scheuren of afgebroken
stukken;
•
het metalen gedeelte zichtbaar is door het loopvlak.
Voorwielen
Om de wielen te demonteren:
•
Hef de machine op.
•
Draai de vijf schroeven waarmee de wielen vastzitten, los.
Om de wielen te monteren:
•
Laat de gaten van de wielen overeenstemmen met die
van de reductiekast.
•
Schroef de vijf schroeven vast tot ze weerstand
ondervinden en controleer of het wiel parallel op de
reductiekast staat.
•
Draai op het eind de vijf schroeven aan met een
aanhaalmoment van maximaal 11 – 12 daNm.
Achterwielen
Om de wielen te demonteren:
•
Hef de machine op.
•
Verwijder de middelste schijf door de twee schroeven los te
draaien.
•
Trek het wiel met een trekker van de naaf: het wiel heeft twee
sleufgaten voor de bekken van de trekker.
Om de wielen te monteren:
•
Schuif het nieuwe wiel, reeds voorzien van lagers, op de as
met behulp van een rubber hamer.
•
Als het wiel niet verder kan, draait u de schijf op de as.
:
:
:
:
90
IM 8122 - IM 8122 EX - IM 10122 - IM 10122 EX - IM 12122 - IM 14122